DDB

Berekent de afschrijving van activa voor een opgegeven periode met behulp van de dubbele degressieve methode.

Gebruiksvoorbeeld

DDB(100;50;10;2)

DDB(A2;A3;A4;A5;2,25)

Syntaxis

DDB(kosten; restwaarde; looptijd; periode; [factor])

• kosten: de oorspronkelijke kostprijs van de activa.

• restwaarde: de waarde van de activa aan het einde van de afschrijving.

• looptijd: het aantal perioden waarover de activa worden afgeschreven.

• periode: één periode tijdens looptijd waarvoor de afschrijving wordt berekend.

• factor [OPTIONEEL - standaardwaarde 2]: de factor waarmee de afschrijving afneemt.

Opmerkingen

• looptijd en periode moeten in dezelfde eenheden worden uitgedrukt.

• Standaard berekent DDB versnelde degressieve afschrijving, maar met factor kunt u andere methoden opgeven.

Zie ook

SYD: Berekent de afschrijving van activa voor een opgegeven periode met behulp van de methode met vast afnamebedrag.

LIN.AFSCHR: Berekent de afschrijving van activa voor een periode met behulp van de lineaire methode.

DB: Berekent de afschrijving van activa voor een specifieke periode met behulp van de vaste degressieve methode.

Voorbeelden