Je kunt Google-documenten op je computer doornemen en bewerken met een schermlezer.
Voordat je begint
Zorg dat je bekend bent met de stappen en technieken in Google-editors gebruiken met een schermlezer.
Onderwerpen
Dit artikel is verdeeld in secties met koppen. Gebruik de onderstaande links om naar een specifieke sectie van het artikel te gaan.
- Voordat je begint
- Een bestand maken
- Een bestaand document openen
- Navigeren en content lezen
- Content opmaken
- Tekst zoeken en vervangen
- Tekst en afbeeldingen kopiëren en plakken
- De spelling van een document controleren
- Content toevoegen of invoegen
- Tabellen toevoegen en bewerken
- Smartchips en bouwblokken invoegen
- Content uit andere bestanden gebruiken
- Kopteksten, voetteksten, paginanummers en voetnoten gebruiken
- De weergave of lay-out wijzigen
- Een document verwijderen
- Gerelateerde bronnen
Een bestand maken
Een leeg document maken
Kies een van deze opties:
- Typ docs.new in de adresbalk van een nieuw browsertabblad.
- Typ docs.google.com in de adresbalk van het nieuwe browsertabblad en doe het volgende:
- Druk op Shift + Tab om de lijst Recent gebruikte templates te openen.
- Druk op de pijl-omlaag naar Leeg.
- Je kunt ook op de pijl-omlaag drukken om naar een andere template te gaan.
- Druk op Enter om te openen.
- Ga naar de doelmap in Google Drive en druk op Alt + c, dan t (Option + c, dan t op een Mac).
- Gebruik de template aan de hand van de informatie in Bestand maken met een template.
Een bestaand document openen
Er zijn meerdere manieren om een bestaand document te openen.
Vanuit de homepage van Documenten
- Open docs.google.com in een nieuw browsertabblad.
- In eerste instantie ligt de focus op de lijst met recente documenten. Druk op de pijl-rechts om een recent bestand te kiezen.
- Druk op Enter om het bestaande document te openen.
Vanuit een bestaand document
- Open het menu Bestand.
- Kies Openen.
- Ga met de Tab-toets naar het tabblad Recent in het dialoogvenster Bestandskiezer openen.
- Als je een recent bestand wilt, ga je met de Tab-toets naar het meest recente bestand.
- Zo kies je een andere locatie, zoals Mijn Drive of Gedeeld met mij:
- Druk op de pijl-rechts naar de locatie.
- Druk op Enter.
- Ga met de Tab-toets naar het eerste bestand op die locatie.
- Druk op de pijl-rechts naar het gewenste bestand en druk dan op Enter.
Via een link in een document
Als je een link in een document wilt openen, zet je de focus op die link en druk je op Alt + Enter (Option + Enter op een Mac) om die link te openen in een nieuw tabblad. Ga naar Werken met links en bookmarks voor meer informatie over links en bookmarks.
Uit Drive
Ga naar Een schermlezer gebruiken met Google Drive voor meer informatie over hoe je een bestaand document opent vanuit Drive.
Navigeren en content lezen
Wanneer je een document opent, ligt de focus op het begin van het hoofdbewerkingsgebied. Je hoort gesproken feedback of voelt feedback op een brailleleesregel terwijl je typt of door het document navigeert. Deze standaard sneltoetsen voor navigatie worden ondersteund in Windows en ChromeOS:
- Pijl-links of pijl-rechts om per teken te navigeren.
- Ctrl + pijl-links of Ctrl + pijl-rechts om per woord te navigeren.
- Omhoog of Omlaag om per regel te navigeren.
- Ctrl + pijl-omhoog of Ctrl + pijl-omlaag om per alinea te navigeren.
- Home om naar het begin van de regel te gaan.
- End om naar het einde van de regel te gaan.
- Ctrl + Home om helemaal naar boven te gaan.
- Ctrl + End om naar het einde van het document te gaan.
- Page up of Page down om per weergegeven pagina te navigeren, niet per documentpagina.
- Druk in een tabel op Tab of Shift + Tab om per cel te navigeren.
- De sneltoetsen voor tabelnavigatie van de schermlezer.
Deze standaard sneltoetsen voor navigatie worden ondersteund op MacOS:
- Pijl-links of pijl-rechts om per teken te navigeren.
- Option + links of rechts om per woord te navigeren.
- Omhoog of Omlaag om per regel te navigeren.
- Option + Omhoog of Option + Omlaag om per alinea te navigeren.
- Home om naar het begin van de regel te gaan.
- End om naar het einde van de regel te gaan.
- Command + Omhoog om helemaal naar boven te gaan.
- Command + Omlaag om helemaal naar beneden te gaan.
- Page up of Page down om per weergegeven pagina te navigeren, niet per documentpagina.
- Druk in een tabel op Tab of Shift + Tab om per cel te navigeren.
- De sneltoetsen voor tabelnavigatie van de schermlezer.
Tip: Als je de content met het bovenstaande detailniveau wilt selecteren, houd je Shift ingedrukt terwijl je navigeert.
Sneltoetsen voor navigatie in Documenten
Terwijl je door een bestaand document navigeert, merk je misschien dat je schermlezer koppen, links en andere gestructureerde content meldt. Als je in de schermlezer met sneltoetsen naar koppen of links wilt navigeren, spring je naar de koppen of links in de buurt van de huidige focus. Content die hoger of lager ligt, 'ontbreekt' vanwege prestatieoptimalisaties.
In plaats van te schakelen tussen de virtuele of browsemodus en focusnavigatie, kun je in focusnavigatie blijven en de sneltoetsen voor toegankelijkheid in Google Documenten gebruiken.
Voor het gemak vind je deze in het menu Toegankelijkheid: Alt + Shift + a in Windows/ChromeOS en Ctrl + Option + a in MacOS. Sneltoetsen die je vaak gebruikt, worden ook weergegeven in de menu's.
Je kunt bijvoorbeeld in Documenten deze sneltoetsen gebruiken om snel naar het volgende en vorige item te gaan:
- Volgende: Plaats de focus vooruit.
- Windows: Druk op Ctrl + Alt + n.
- Mac: Druk op Ctrl + Command + n gevolgd door een andere toets, zoals h voor koppen of l voor links. Wil je bijvoorbeeld naar de volgende kop gaan, houd dan Ctrl + Alt ingedrukt, druk op n en daarna op h.
- Vorige: Plaats de focus achteruit.
- Windows: Druk op Ctrl + Alt + p.
- Mac: Druk op Ctrl + Command + p gevolgd door een andere toets. Wil je bijvoorbeeld naar de vorige kop gaan, houd dan Ctrl + Command ingedrukt, druk op p en daarna op h.
Het structuuroverzichtsvenster gebruiken
Je kunt ook naar een kop navigeren en de koppen lezen door de koppen te verbergen en dan het structuuroverzicht weer te geven. Als het structuuroverzicht wordt getoond, krijgt dit de toetsenbordfocus. Dit doe je via het menu Weergeven, maar als je de structuur vaak aan en uit moet zetten, is de sneltoets handiger:
1. Houd Ctrl + Alt ingedrukt.
- Ctrl + Option in macOS.
2. Druk op de toets a en daarna op de toets h.
3. Denk eraan dat je met Tab naar het structuuroverzicht moet gaan.
4. Druk op de pijl-omlaag om van de ene naar de volgende kop te gaan.
5. Druk op Enter op een kop om de focus naar de content van die kop te verplaatsen.
Tip: Druk op Tab bij een item in de koplijst om naar de knop 'Uit overzicht verwijderen' te gaan.
Informatie meedelen
Documenten heeft verschillende sneltoetsen waarmee je informatie meedeelt of laat voorlezen. Je vindt deze in het menu Toegankelijkheid en dan het submenu Laten voorlezen met schermlezer.
- Open het menu Toegankelijkheid.
- Druk op s om het submenu te openen.
- Je kunt de tekstopmaak of alineaopmaak bij de huidige locatie van de cursor laten voorlezen. Ga hiervoor naar het menu Toegankelijkheid.
- Selecteer Laten voorlezen met schermlezer en daarna Opmaak van selectie laten voorlezen.
- In het menu voor snelle toegang staat een snelkoppeling.
Opmerking over sneltoetsen
Je kunt een lijst met sneltoetsen in je document openen door op Ctrl + Slash (of Command + Slash op een Mac) te drukken. In deze lijst kun je zoeken naar acties zoals Invoegen
of Volgende
. Druk op de Esc-toets om terug te keren naar het document. Ga naar Editors van Google Documenten gebruiken met een schermlezer voor hulp bij de navigatie in dit dialoogvenster.
Klik op de link voor jouw platform om de tabel met sneltoetsen op een webpagina te openen:
Overwegingen voor Windows-sneltoetsen
Als je niet de Amerikaans-Engelse toetsenbordindeling gebruikt die standaard is in de VS, werken veel sneltoetsen met Ctrl + Alt niet zoals verwacht (ze werken alsof je de AltGr-toets indrukt). Als je deze sneltoetsen wilt gebruiken, zoek je in de Windows-documentatie hoe je de Amerikaans-Engelse toetsenbordindeling kunt installeren en er tijdelijk naar kunt overschakelen.
Zoeken in de menu's
Naast de menubalk en submenu's of snelkoppelingen gebruiken, kun je ook het volgende doen om de menu's te doorzoeken:
- Druk op Alt + Slash (Windows, ChromeOS).
- Of druk op Option + Slash (Mac).
- Typ een opdracht, zoals
Naam wijzigen
ofInvoegen
. - Druk op de pijl-omlaag om de zoekresultaten te horen. Als je bijvoorbeeld Invoegen hebt getypt, hoor je opties over het toevoegen van een afbeelding, een reactie en andere mogelijkheden.
- Druk op Enter om een actie te kiezen.
Tip:
- Recente zoekopdrachten worden opgeslagen in het dropdownmenu zodat je acties makkelijk kunt herhalen.
- Druk na de zoekopdracht opnieuw op de sneltoets bij de volgende locatie.
- Druk op Enter om te herhalen.
Content opmaken
Je kunt opmaak toepassen op teken-, alinea- of paginaniveau, zowel op bestaande tekst als op toekomstige tekst. Als je opmaak wilt toepassen op bestaande tekst, selecteer je eerst de tekst en pas je daarna de opmaak toe. Als je wilt dat de wijziging wordt toegepast op toekomstige content, selecteer je geen tekst voordat je de opmaak toepast.
- De meeste tekst- en alineaopmaak vind je in het menu Opmaak. Dat open je met deze sneltoets:
- In Windows en ChromeOS: Alt + Shift + o.
- In MacOS: Ctrl + Option + o.
- Wanneer je het menu-item activeert, worden sommige acties onmiddellijk uitgevoerd terwijl andere acties een dialoogvenster openen. Als er een dialoogvenster wordt geopend, navigeer of ga je met de Tab-toets door de dialoog en maak je de gewenste keuzes.
- Sommige acties zijn ook beschikbaar via het contextmenu.
- Sommige opmaakopties zijn alleen beschikbaar in de werkbalk of via de optie Zoeken in de menu's. Als je naar de werkbalk wilt gaan, open je het menu Bestand en ga je met de Tab-toets naar de werkbalk. Als je wilt zoeken in de menu's, druk je op Alt + Slash in Windows/ChromeOS of Option + Slash op een Mac en typ je een opdracht (bijvoorbeeld
afstand
) of een subset van de opdracht (bijvoorbeeldspatie
). Ga met de pijl-omlaag naar de gewenste actie en druk dan op Enter.
Enkele voorbeelden van opmaak:
- Tekstopmaak op tekenniveau:
- Vet, cursief, onderstrepen, doorhalen
- Hoofdlettergebruik (boven, onder, titel)
- Tekst- en markeringskleur
- Tekstopmaak op alineaniveau:
- Titel en ondertitel
- Koppen
- Lijsten (met opsommingstekens, genummerd, met selectievakjes)
- Uitlijning en inspringing
- Alineakoppen en tekst op dezelfde pagina houden
- Losse regels aan het begin of einde van alinea's voorkomen
- Randen en kleur van alinea's
- Indeling op paginaniveau:
- Kolommen
- Achtergrondkleur van pagina
- Paginagrootte, marges en stand
- Kop- en voetteksten
Je kunt ook van je content één lange pagina maken door een document zonder paginering te maken.
Ga naar De opmaak van alinea's en lettertypen wijzigen voor meer informatie over de opmaak.
Voorbeelden van opmaak
In dit gedeelte vind je voorbeelden van verschillende typen opmaak. De volgende voorbeelden tonen de stappen voor het navigeren door de menu's, maar let ook op de directe sneltoetsen die bij de menuopties staan.
Alinea's met normale kopstijl selecteren
- Open het menu Opmaak.
- Selecteer Alineastijlen.
- Selecteer een alineastijl:
- Normaal
- Titel
- Kopniveau
- Selecteer Toepassen.
Alinea-uitlijning wijzigen
- Open het menu Opmaak.
- Selecteer Uitlijnen en inspringen.
- Selecteer een uitlijningsoptie:
- Links
- Gecentreerd
- Rechts
Tekst vet maken, cursief maken of doorhalen
- Open het menu Opmaak.
- Selecteer Tekst.
- Selecteer:
- Vet
- Cursief maken
- Onderstrepen
- Doorhalen
Lettertypestijl en -grootte wijzigen
Als je de naam weet van het lettertype dat je wilt gebruiken:
- Druk op de sneltoets Alt + Slash (Option + Slash op MacOS) om het menu te doorzoeken.
- Typ
lettertype
, gevolgd door de naam. - Druk op de pijl-omlaag naar de overeenkomende naam.
- Als de naam een submenu heeft, kun je ook een tekengewicht kiezen.
- Druk op Enter om het lettertype te wijzigen.
- Of druk op Escape om te annuleren.
Zo kies je uit een menu met lettertypen:
- Open het menu Bestand.
- Druk een paar keer op de Tab-toets om naar de hoofdwerkbalk te gaan.
- Druk op de pijl-rechts naar Lijst met lettertypen.
- Druk op de pijl-omlaag om naar het menu te gaan. Het huidige lettertype staat aangevinkt.
- Druk op de pijl-omlaag om het alfabetische menu met lettertypen te doorlopen.
- Als de naam een submenu heeft, kun je ook een tekengewicht kiezen.
- Druk op Enter om het lettertype te wijzigen.
- Of druk op Escape om te annuleren.
Zo voeg je lettertypen toe aan je menu met lettertypen:
- Open het menu Bestand.
- Druk een paar keer op de Tab-toets om naar de hoofdwerkbalk te gaan.
- Druk op de pijl-rechts naar Lijst met lettertypen.
- Druk op de pijl-omlaag om naar het menu te gaan. Het huidige lettertype staat aangevinkt.
- Druk op de pijl-omhoog om naar Meer lettertypen te gaan.
- Druk op Enter om het dialoogvenster Lettertypen te openen. De focus staat initieel in de lijst met lettertypen.
- Druk op de pijl-omlaag door de lijst.
- Druk op de spatiebalk om de lettertypen aan te vinken die je wilt toevoegen.
- Als je klaar bent, ga je met de Tab-toets naar de knop OK en druk je op Enter.
Tip: Het dialoogvenster met lettertypen bevat opties voor sorteren en zoeken. Je kunt dus zoeken naar bepaalde lettertypen, zoals Serif
of Mono
.
Lettergrootte wijzigen
- Ga naar het menu Opmaak.
- Druk op Tekst.
- Druk op de pijl-omhoog om naar Grootte te gaan.
- Selecteer Lettergrootte vergroten.
- Of Lettergrootte verkleinen.
Tip: Als je dit vaak doet, kun je de sneltoetsen gebruiken die bij de menu-items staan.
Als je de grootte weet die je wilt instellen:
- Druk op de sneltoets Alt + Slash (Option + Slash op MacOS) om het menu te doorzoeken.
- Typ
lettertype
, gevolgd door de numerieke grootte. - Druk op Enter.
- Of typ de numerieke grootte en bevestig de overeenkomende grootte in de lijst.
De tekstkleuren wijzigen
Het instellen van lettertypetekst en markeringskleuren (achtergrondkleuren) is niet beschikbaar in het menu Opmaak. Dit kan via de werkbalk, maar zoeken in het menu is makkelijker met je toetsenbord:
- Druk op de sneltoets Alt + Slash (Option + Slash op MacOS) om het menu te doorzoeken.
- Typ
tekstkleur
, gevolgd door een kleurnaam zoalsblauw
ofgeel
. - Druk op de pijl-omlaag om de gewenste tint te selecteren.
- Druk op Enter.
- Als je de achtergrondkleur wilt wijzigen, typ je
markeringskleur
, gevolgd door een kleurnaam.
Tip: Typ alleen de kleurnaam en maak een keuze uit het dropdownmenu voor tekstkleur
, markeringskleur
of kleur
tint
. Veel kleurencombinaties zijn voor sommige mensen moeilijk waar te nemen, dus let goed op bij het kiezen van kleuren.
Tips voor indelen
- In de instructies staat hoe je deze acties kunt uitvoeren via de menu's, maar veel acties hebben ook sneltoetsen die je kunt gebruiken zonder door de menu's te navigeren. Als je efficiënter wilt werken, onthoud dan de snelkoppelingen voor de menuopties die je vaak gebruikt.
- Als je een genummerde lijst aan het begin van een alinea wilt starten, typ je '1.' gevolgd door een spatie of '*' gevolgd door een spatie om een lijst met opsommingstekens te maken. Of:
- Als je een genummerde lijst wilt starten of ernaar wilt schakelen, druk je op Ctrl + Shift + 7 (Command + Shift + 7 op een Mac).
- Je kunt een lijst met opsommingstekens starten of ernaar schakelen door op Ctrl + Shift + 8 (Command + Shift + 8 op een Mac) te drukken.
- Druk op Ctrl + Shift + 9 (Command + Shift + 9 op een Mac) om een checklist te beginnen of ernaar te schakelen.
- Druk op Tab om een lijst met opsommingstekens of een genummerde lijst binnen een lijst te starten. De nieuwe lijst wordt ingesprongen en krijgt de stijl van het volgende niveau.
- Als je een checklist-item wilt aan- of uitzetten, verplaats je de cursor naar dat item en gebruik je Ctrl + Alt + Enter (Command + Option + Enter op een Mac).
- Voor normale stijlen en kopstijlen staan er ook sneltoetsen in het menu die je kunt gebruiken zonder door de menu's te navigeren. Bijvoorbeeld Ctrl + Alt + 3 voor kopniveau 3 (Ctrl + Command + 3 op Mac).
Belangrijk: Voor de consistentie kun je meestal beter een normale of kopstijl toepassen in plaats van het uiterlijk van het lettertype zelf te updaten. Pas een stijl toe op een alinea door een stijl te kiezen in het opmaakmenu.
Tekst zoeken en vervangen
Zoeken in een document
- Druk op Ctrl + f (Command + f op een Mac). De resultaten worden gevonden terwijl je typt.
- Druk op Enter om vooruit te zoeken naar de eerste overeenkomst na de cursor.
- Druk op Enter om opnieuw te zoeken. De gevonden tekenreeks wordt in de context voorgelezen.
- Druk op Shift + Enter om terug te zoeken vanaf de cursorpositie.
- Druk op Escape om de focus naar de locatie van de laatst geselecteerde overeenkomst te verplaatsen.
Tekst zoeken en vervangen
- Druk op Ctrl + h (Command + Shift + h op een Mac).
- Geef de tekst die je wilt zoeken op in het veld Zoeken.
- Typ de tekst waardoor je deze wilt vervangen in het veld Vervangen door.
- Ga met de Tab-toets naar de knoppen Vervangen, Alles vervangen, Vorige of Volgende om tekst te zoeken en te vervangen.
- Als je de knop Vervangen activeert, wordt de volgende gevonden tekenreeks in de context voorgelezen.
- Druk op Escape om het dialoogvenster te sluiten en de focus op de laatst geselecteerde overeenkomst te plaatsen.
Tekst en afbeeldingen kopiëren en plakken
Je kunt tekst en afbeeldingen kopiëren en plakken tussen verschillende bestanden, zelfs van het ene naar het andere bestandstype. Druk eerst op Shift + pijltoetsen om de tekst en/of afbeelding te selecteren die je wilt kopiëren. Gebruik daarna deze sneltoetsen:
- Pc: Druk op Ctrl + c voor Kopiëren, Ctrl + x voor Knippen en Ctrl + v voor Plakken.
- Mac: Druk op Command + c voor Kopiëren, Command + x voor Knippen en Command + v voor Plakken.
Tekstopmaak kopiëren (opmaak kopiëren/plakken)
Zo dupliceer je de letterstijl, -grootte en -kleur van tekst met de gewenste kenmerken naar een of meer extra tekenreeksen:
- Druk op Shift + pijltoetsen om de tekst met de gewenste kenmerken te selecteren.
- Druk op de sneltoets Alt + Slash (Option + Slash op MacOS) om het menu te doorzoeken.
- Typ
opmaak
. - Druk op de pijl-omlaag naar Opmaak kopiëren.
- Druk op Enter (onthoud de sneltoets voor toekomstig gebruik).
- Selecteer de tekst waarop je de opmaak van de eerste selectie wilt toepassen.
- Druk op de sneltoets Alt + Slash (Option + Slash op MacOS) om het menu te doorzoeken.
- Typ
opmaak
. - Druk op de pijl-omlaag naar Opmaak plakken.
- Druk op Enter (onthoud de sneltoets voor toekomstig gebruik).
Tip: Dit werkt alleen binnen het document op één browsertabblad.
De spelling van een document controleren
Documenten vindt automatisch eventuele spelfouten in je document.
- Als je naar de volgende spelfout wilt gaan, druk je op Ctrl + apostrof (Command + apostrof op een Mac).
- Druk op Ctrl + puntkomma (Command + puntkomma op een Mac) om naar de vorige spelfout te gaan.
- Wil je een spelfout corrigeren, open dan het contextmenu door op Shift + F10 te drukken.
- Selecteer in het contextmenu de correct gespelde suggestie of de optie om de fout te negeren.
- Druk op Enter.
Hier vind je meer informatie over spellingcontrole en automatische correcties.
Content toevoegen/invoegen
Een titel, kop of inhoudsopgave toevoegen
Je kunt je document ordenen met een titel, koppen en een inhoudsopgave. Ook kun je het lettertype en de grootte van de tekststijlen aanpassen en stijlen als standaard instellen.
Een inhoudsopgave toevoegen, verwijderen of vernieuwen
Met een inhoudsopgave navigeer je makkelijk in een document. Elk item in de inhoudsopgave is een link waarmee je naar een kop of titel in het document kunt springen. Net als bij andere links kun je naar de bestemming navigeren door naar de regel in de inhoudsopgave te gaan en op Alt + Enter (Option + Enter op een Mac) te drukken.
Een inhoudsopgave toevoegen
- Verplaats de cursor naar de plek waar de inhoudsopgave moet komen.
- Open het menu Invoegen.
- Selecteer Inhoudsopgave (onderaan).
- Selecteer hoe de inhoudsopgave eruit moet zien (met of zonder paginanummers).
Tip: Voor documenten zonder paginering is er geen stap 4 omdat er maar één stijl beschikbaar is.
Een inhoudsopgave aanpassen
- Ga naar de inhoudsopgave.
- Druk op Shift + F10 om het contextmenu te openen.
- Selecteer onderaan de pagina Opties voor de inhoudsopgave.
- Deze optie is alleen beschikbaar voor documentbewerkers.
- De zijbalk met de inhoudsopgave wordt geopend. Ga met de Tab-toets naar:
- Opmaak: Hier selecteer je de stijl.
- Kopniveaus: Hier selecteer je welke kopniveaus moeten worden opgenomen.
- Klik op de knop Sluiten in de zijbalk als je klaar bent.
Tip: Je wijzigingen in de zijbalk worden meteen doorgevoerd. Je hoeft de pagina dus niet te vernieuwen.
Nadat je een inhoudsopgave aan het document hebt toegevoegd, kun je deze verwijderen of vernieuwen:
- Ga naar de inhoudsopgave.
- Druk op Shift + F10 om het contextmenu te openen.
- Selecteer een van de acties in het contextmenu:
- Selecteer onderaan Inhoudsopgave verwijderen.
- Selecteer onderaan Inhoudsopgave vernieuwen.
Een afbeelding, tabel en voetnoot toevoegen
- Plaats de cursor op de plek waar je een afbeelding, tabel of voetnoot wilt toevoegen.
- Open het menu Invoegen door op Alt + Shift + i of Ctrl + Option + i op een Mac te drukken.
- Verken de lijst met de pijltoetsen.
- Druk op Enter om je keuze te maken.
Alternatieve tekst voor een afbeelding of tekening toevoegen
- Selecteer de afbeelding of tekening met Shift + pijltoetsen.
- Druk op Shift + F10 om het contextmenu te openen.
- Selecteer Alt-tekst om de zijbalk Afbeeldingsopties te openen.
- Ga met de Tab-toets naar het veld Beschrijving bewerken.
- Typ de alt-tekst.
- Ga met de Tab-toets naar de knop Sluiten.
- Druk op Enter om de zijbalk te sluiten.
Tip: Je kunt de sneltoets Ctrl + Alt + y (Command + Option + y op een Mac) gebruiken in plaats van het contextmenu.
Tabellen toevoegen en bewerken
Een tabel is handig om informatie in een document of presentatie overzichtelijk weer te geven. Je kunt tabellen toevoegen en verwijderen, en de grootte en stijl van tabelrijen en -kolommen aanpassen.
Een tabel toevoegen
- Open het menu Invoegen.
- Selecteer Tabel.
- Druk op de pijltoetsen om te kiezen hoeveel rijen en kolommen je wilt toevoegen:
- Druk op de pijl-omlaag om het aantal rijen te verhogen.
- Druk op de pijl-rechts om het aantal kolommen te verhogen.
- Tip: Tabellen kunnen maximaal 20 x 20 cellen bevatten.
- Druk op Enter om de tabel toe te voegen aan het document.
Een bestaande tabel aanpassen
Nadat je een tabel hebt toegevoegd, kun je verschillende acties uitvoeren via het contextmenu of kun je de tabeleigenschappen wijzigen via een zijvenster.
Tabelacties via contextmenu
- Verplaats de focus naar de tabel die je wilt aanpassen.
- Verplaats de focus naar een cel.
- Druk op Shift + F10 om het contextmenu te openen.
- Selecteer een van deze menuopties:
- Kolom links invoegen.
- Kolom rechts invoegen.
- Rij boven invoegen.
- Rij onder invoegen.
- Tip: Als je meer dan één rij of kolom wilt invoegen, selecteer je meer dan één rij of kolom voordat je het contextmenu opent.
- Kolom verwijderen, Rij verwijderen of Tabel verwijderen.
- Rijen verdelen of Kolommen verdelen.
- Tip: Als je rijen verdeelt, pas je de hoogte van alle cellen aan naar die van de hoogste rij. Als je kolommen verdeelt, pas je de breedte van alle cellen aan naar die van de breedste kolom.
- Koprij vastzetten, Kop vastzetten tot deze rij of Koprij(en) losmaken.
- Tabel sorteren.
- Cellen samenvoegen. Gegevens in de samengevoegde cellen worden ook samengevoegd.
- Samenvoeging van cellen ongedaan maken.
- Tip: Als je de samenvoeging ongedaan maakt, worden samengevoegde gegevens niet opnieuw gesplitst. Druk op de opdracht Ongedaan maken, Ctrl + z (Command + z op een Mac) om de samenvoeging van eerder samengevoegde cellen ongedaan te maken.
- Cel splitsen.
Tabeleigenschap wijzigen
- Verplaats de focus naar de rij of kolom die je wilt wijzigen.
- Open het menu Opmaak.
- Selecteer Tabel.
- Selecteer Tabeleigenschappen.
- In de gefocuste zijbalk Tabeleigenschappen:
- Ga met de Tab-toets naar het gewenste veld.
- Pas de huidige instellingen aan.
- Ga met de Tab-toets naar de knop Sluiten.
- Druk op Enter om de zijbalk te sluiten.
- Of druk op Escape om terug te keren naar je content.
Tip: Selecteer de content in meer dan één kolom of rij om in alle geselecteerde kolommen of rijen dezelfde eigenschap aan te passen.
Smartchips en bouwblokken invoegen
Voeg smartchips toe aan je Google-document met informatie over:
- andere gebruikers met e-mailadressen van Gmail of Workspace,
- andere bestanden in Google Documenten, Spreadsheets of Presentaties,
- datums of Google Agenda-afspraken,
- plaatsen en routebeschrijvingen.
Als een document een smartchip bevat, kunnen jij en andere gebruikers de pop-up van de chip openen voor meer informatie.
Je kunt ook dropdownmenu's invoegen of bouwblokken gebruiken om projecten bij te houden, bijvoorbeeld productplanning of beoordelingstrackers.
Smartchips verkennen en gebruiken
Sommige smartchips worden door de schermlezer weergegeven als link. Je activeert ze op dezelfde manier als een link: druk op Alt + Enter (Option + Enter op een Mac). Verplaats de cursor naar de smartchip en gebruik de sneltoets om deze acties uit te voeren:
- Mensen: Er wordt een nieuw Gmail-browsertabblad geopend om een nieuw bericht aan deze persoon op te stellen.
- Bestand: Er wordt een nieuw browsertabblad geopend waarin het Workspace-bestand is geopend.
- Agenda-afspraak: Hiermee wordt een nieuw Agenda-browsertabblad met de afspraak geopend.
- Plaats: Hiermee wordt een nieuw Maps-browsertabblad geopend met de plaats. Druk op Tab om naar opties zoals routebeschrijvingen te gaan.
- Stemmen: Hiermee voeg je je stem toe of verwijder je deze.
- Stopwatch: Start, pauzeert of hervat de stopwatch.
- Timer: Start, pauzeert of hervat de timer of start deze opnieuw.
Taken worden weergegeven als lijstitems met selectievakjes. Je kunt ze op dezelfde manier aan- of uitzetten: Ctrl + Alt + Enter (Command + Option + Enter op een Mac).
De meeste smartchips geven als volgt aanvullende informatie of acties weer in een pop-up:
- Verplaats je cursor naar het begin van de smartchip.
- Druk op Shift + pijl-rechts om het teken te selecteren dat de smartchip vertegenwoordigt.
- Druk op Alt + Slash (Option + Slash op een Mac) om te zoeken in de menu's.
- Typ
Pop-up
. - Druk indien nodig op de pijl-omlaag om naar 'Focus naar pop-up verplaatsen' te gaan en druk daarna op Enter.
- Alternatief: Druk op Ctrl + Alt + e en daarna op p (Ctrl + Command + e, daarna op p op een Mac) om naar de 'Pop-up' te gaan.
- Druk op Tab om naar de beschikbare opties en acties te gaan.
- Druk op Escape om de pop-up te sluiten.
Tip: Gebruik de beoordelings-/browsemodus van je schermlezer om niet-focusbare informatie in de pop-up te lezen.
Smartchips toevoegen voor mensen, bestanden, datums en afspraken
Belangrijk: Als je een andere gebruiker vermeldt in een smartchip, krijgt deze niet automatisch toegang tot het document. Als je een andere gebruiker toegang wilt geven, moet je het document delen.
- Verplaats de cursor naar de plek waar je een smartchip wilt plaatsen.
- Typ '@' om een lijst met suggesties te openen.
- Druk op de pijl-omlaag om een keuze te maken uit de lijst met suggesties of begin letters, cijfers of symbolen te typen die deel uitmaken van de gewenste chip.
- Tips:
- Als je een smartchip voor een persoon wilt toevoegen, begin je met het typen van de naam of het e-mailadres van die persoon of typ je @me om jezelf toe te voegen.
- Als je een smartchip voor een bestand wilt toevoegen, typ je de bestandsnaam of gerelateerde zoekwoorden.
- Tips:
- Druk op Enter om de smartchip in te voegen.
Datumchips maken en bewerken
- Verplaats de cursor naar de plek waar je een smartchip wilt plaatsen.
- Als je een datumchip wilt toevoegen, typ je '@' gevolgd door:
- Vandaag
- Morgen
- Gisteren
- Een specifieke datum, zoals jan of 1-1-2021
- Een relatieve datum, zoals maandag, volgende dinsdag of vorige woensdag
- Open de pop-up om deze te bewerken.
- Druk op Tab om naar het volgende te gaan:
- De knop Datumkiezer openen: Druk op Enter en daarna op de pijltoetsen om de datum aan te passen. Druk daarna op Enter.
- De knop Menu voor datumindeling openen: Druk op de pijl-omlaag, ga naar de gewenste indeling en druk op Enter.
- Druk op Escape als je klaar bent met bewerken.
Na toevoeging van een datumchip is deze in het document zichtbaar voor alle bijdragers. De chip heeft de taal van de persoon die de chip heeft toegevoegd. Datumchips zien er voor bijdragers in alle tijdzones hetzelfde uit.
Chips voor Agenda-afspraken maken
Je kunt een smartchip toevoegen voor een Agenda-afspraak om informatie over de afspraak te vinden en vanuit je Google-document deel te nemen aan de videovergadering.
- Verplaats de cursor naar de plek waar je een smartchip wilt plaatsen.
- Je hebt de volgende opties:
- Typ '@', druk op de pijl-omhoog om naar het gedeelte Agenda-afspraken te gaan en druk 2 keer op de pijl-rechts om een langere lijst met afspraken te openen.
- Open het menu Invoegen en druk op Smartchips.
- Selecteer Agenda-afspraak.
- Druk op de pijl-omlaag om naar de gewenste afspraak te gaan en druk dan op Enter.
Tip: Als de agenda-afspraak een videovergadering bevat en binnenkort begint of al is gestart, kun je deelnemen aan de videovergadering vanuit je Google-document. Open de pop-up van de chip voor de agenda-afspraak, druk op Tab om naar de knop Deelnemen te gaan en druk dan op Enter.
Bestandchips maken
- Verplaats de cursor naar de plek waar je een smartchip wilt plaatsen.
- Typ '@' en een deel van de bestandsnaam.
- Druk op de pijl-omlaag om naar het gewenste bestand te gaan en druk op Enter.
Bouwblokken en dropdownmenu's gebruiken om projecten te ordenen
In Google Documenten kun je dropdownchips toevoegen en aanpassen die meerdere opties laten zien. Je kunt ook bouwblokken gebruiken om templates in te voegen om bijvoorbeeld projecten en bestanden bij te houden.
Een dropdownmenu gebruiken
Als je per regel door de content van het document navigeert, wordt het dropdownmenu alleen getoond met de optie die op dat moment is geselecteerd. Als je per woord of teken navigeert, wordt het dropdownmenu getoond als een dropdownchip, gevolgd door de optie die op dat moment is geselecteerd. Zo wijzig je de huidige selectie:
- Verplaats de focus naar de dropdownchip.
- Selecteer het teken dat de dropdownchip vertegenwoordigt (misschien hoor je de huidige optie).
- Druk op de pijl-omlaag. De focus gaat naar de huidige optie.
- Druk op de pijl-omlaag om een optie te kiezen.
- Druk op Enter bij de gewenste optie.
- Of druk op Escape om te annuleren.
- Het dropdownmenu wordt gesloten en de nieuwe optie wordt voorgelezen.
Een dropdownmenu toevoegen of bewerken
- Verplaats de cursor naar de plaats waar je een dropdownmenu wilt toevoegen.
- Je hebt de volgende opties:
- Typ @dropdown en druk op Enter.
- Open het menu Invoegen en selecteer Dropdownmenu.
- Selecteer een dropdownoptie.
- Als je een nieuw dropdownmenu maakt, kun je de naam van het dropdownmenu wijzigen en de optienamen bewerken voordat je opslaat.
- Open het dropdownmenu om wijzigingen aan te brengen in een eerder gemaakt dropdownmenu.
- Selecteer de laatste optie met het label Opties toevoegen/bewerken.
Een bouwblok toevoegen
- Verplaats de cursor naar de plaats waar je een bouwblok wilt toevoegen.
- Open het menu Invoegen en selecteer Bouwblokken.
- Selecteer het bouwblok dat je wilt gebruiken.
Een codeblok invoegen
- Verplaats de cursor naar de plaats waar je een codeblok wilt invoegen.
- Open het menu Invoegen en druk op Bouwblokken.
- Selecteer Codeblok.
- Selecteer een taal voor codeblokken.
Tip: Als je Markdown hebt aangezet voor Google Documenten, kun je ook een codeblok invoegen door ``` te typen en op Enter te drukken.
Content uit andere bestanden gebruiken
Je kunt diagrammen, tabellen of dia's uit andere bestanden aan een document toevoegen.
Diagram toevoegen
Gebruik het menu Invoegen als je een afbeelding of tekening uit een andere bron in je document wilt gebruiken.
- Als je een bestaand diagram wilt gebruiken, selecteer je in het menu Invoegen de optie Diagram en dan Uit Spreadsheets.
- Als je een spreadsheet met steekproefgegevens en een diagram voor die gegevens wilt maken, selecteer je Staaf, Kolom, Regel of Cirkeldiagram.
- Bewerk de gegevens in de nieuwe spreadsheet om het nieuwe diagram te maken.
Een tabel toevoegen
- Als je een tabel uit een bestaande spreadsheet wilt invoegen, selecteer je de cellen en kopieer je die naar het klembord.
- Plak het klembord in je document.
- Als je de betreffende content in je document wilt invoegen, selecteer je Plakken zonder link.
- Als je de tabel wilt vernieuwen wanneer de content in het brondocument wordt geüpdatet, selecteer je Aan spreadsheet koppelen.
Een dia toevoegen
- Als je een dia uit een bestaande presentatie wilt gebruiken, selecteer je een of meer dia's en kopieer je deze naar het klembord.
- Plak het klembord in je document.
- Als je die versie van de dia wilt invoegen, klik je op Plakken zonder link.
- Als je het document wilt vernieuwen wanneer de diacontent wordt geüpdatet, klik je op Aan presentatie koppelen.
De toegevoegde content aanpassen
Gebruik het contextmenu voor de ingevoegde content om te wijzigen hoe de ingevoegde content in je document wordt gepresenteerd. Aanvullende presentatieopties zijn meestal beschikbaar als je op Alt + Slash drukt (Option + Slash op een Mac), 'Pop-up' typt en dan 'Focus verplaatsen naar pop-up' selecteert of drukt op Ctrl + Alt + e en daarna p in ChromeOS en Windows (Amerikaans-Engels), of Command + Option + e en daarna p op een Mac.
Als je gekoppelde content wilt vernieuwen, selecteer je Gekoppelde objecten in het menu Tools om de zijbalk te openen die een knop bevat waarmee je al je gekoppelde content vernieuwt. Je kunt ook op Enter drukken op een van de vermelde gekoppelde objecten om de focus naar dat object in het document te verplaatsen.
Als je gekoppelde content uit je document wilt openen, selecteer je het gekoppelde object en druk je op Ctrl + Alt + e en daarna o (Command + Option + e en daarna o op een Mac) om de focus op het gedeelte Opties te plaatsen. Druk op Tab om naar de menuknop 'Opties voor gekoppelde dia/tabel/diagram' te gaan. Druk op de pijl-omlaag naar Open source om de bron van de dia-, tabel- of diagramcontent in je document te openen. Als er wijzigingen worden aangebracht in de gekoppelde content, moet je de content in je document vernieuwen als je terugkomt.
Kopteksten, voetteksten, paginanummers en voetnoten gebruiken
Je kunt voetnoten gebruiken om verwijzingen toe te voegen aan je Google-document. Je kunt kop- en voetteksten gebruiken om content toe te voegen aan elke pagina in het document. Je kunt ook paginanummers toevoegen in documenten met een indeling met paginering.
Kop- en voetteksten toevoegen
- Open het menu Invoegen.
- Druk op Kop- en voetteksten.
- Selecteer Koptekst of Voettekst.
- Typ of bewerk tekst voor de kop- of voettekst.
- Druk op Escape om terug te gaan naar de content.
Belangrijk: Deze functie is niet beschikbaar voor documenten zonder paginering. Als je document al kop- en voetteksten bevat en je het instelt op een indeling zonder paginering, zie je de kop- en voetteksten niet meer in je document. Als je kop- en voetteksten wilt gebruiken en bekijken, moet je ervoor zorgen dat je document een indeling met paginering heeft.
Dit alternatief voor kop- of voettekstacties kan sneller zijn:
- Druk op Alt + Slash (Option + Slash op een Mac).
- Typ 'koptekst' of 'voettekst'.
- Druk op de pijl-omlaag om een optie te selecteren:
- Koptekst invoegen of naar koptekst gaan of Voettekst invoegen of naar voettekst gaan.
- Als de kop- of voettekst al is toegevoegd, klik je op Koptekst verwijderen of Voettekst verwijderen.
- Paginanummer in kop- of voettekst invoegen vanaf de eerste pagina.
- Paginanummer in kop- of voettekst invoegen vanaf de tweede pagina.
De weergave of lay-out wijzigen
Overwegingen zonder paginering
Als je document wordt afgedrukt, gebruik je het best de algemene indeling met paginering. De indeling zonder paginering is handig als de content voornamelijk online staat of als deze brede tabellen of afbeeldingen bevat die niet goed kunnen worden afgedrukt.
Sommige functies zijn beperkt of niet beschikbaar in de indeling zonder paginering:
- Geen paginakolommen.
- Geen paginanummers.
- Geen kop- of voetteksten.
- Geen paginawatermerken.
- Minder opties voor de inhoudsopgave.
- Voetnoten worden allemaal gegroepeerd aan het einde van de content.
Zo schakel je tussen een document zonder paginering en met paginering:
- Open het menu Bestand.
- Selecteer Pagina-instelling.
- Ga met de Tab-toets naar het tabblad Pagina's of Zonder paginering.
- Druk op de spatiebalk.
- Je kunt ook op Tab drukken en de opties selecteren die specifiek bij jouw selectie passen.
- Ga met de Tab-toets naar de knop OK.
- Druk op Enter om je document te wijzigen.
- Of druk op Escape om te annuleren.
Met de indeling zonder paginering kun je een document vereenvoudigen door de content samen te vouwen of onder geselecteerde koppen te verbergen:
- Verplaats de focus naar de gewenste kop.
- Druk op Shift + F10 om het contextmenu te openen.
- Selecteer Kop samenvouwen.
- Of Alle koppen van dezelfde stijl samenvouwen.
- Als een kop al is samengevouwen, bevat het contextmenu in plaats daarvan de opties Kop uitvouwen en Alle koppen van dezelfde stijl uitvouwen.
- Of Alle koppen van dezelfde stijl samenvouwen.
Belangrijk: Content in samengevouwen koppen wordt ook verborgen in de zoekresultaten.
Hier vind je meer informatie over de visuele presentatieopties voor Pagina's of Zonder paginering: De pagina-instelling van een document wijzigen.
Een document verwijderen
Een bestand in de prullenbak plaatsen
Als je een bestand wilt verwijderen, kun je het in de prullenbak plaatsen. Het bestand blijft daar staan totdat je de prullenbak leegmaakt.
Ben je de eigenaar van het bestand, dan kunnen anderen het nog steeds bekijken. Pas nadat je de prullenbak hebt leeggemaakt, is het niet meer toegankelijk voor anderen. Ben je niet de eigenaar, dan blijft het bestand toegankelijk voor anderen, ook nadat je de prullenbak hebt leeggemaakt.
- Open het menu Bestand.
- Selecteer Naar prullenbak.
- Ga met de Tab-toets naar Naar het startscherm van Documenten en druk erop.
- Of sluit het browsertabblad.
- Druk op Escape om te annuleren.
Tip: Het bestand wordt verplaatst naar de prullenbak van Google Drive. Hier vind je meer informatie over hoe je bestanden in de prullenbak vindt en herstelt.
Als je een gedeeld document of een gedeelde spreadsheet of presentatie verwijdert waarvan je de eigenaar bent, wordt dit item volledig verwijderd uit Drive voor alle bijdragers en hebben ze er geen toegang meer toe. Het kan daarom handig zijn iemand anders eigenaar van het item te maken voordat je het verwijdert, zodat het toegankelijk blijft voor andere bijdragers.