Als je informatie in gegevens wilt zoeken, gebruik je ZOEKEN-functies zoals:
Vaak kost het heel wat tijd om deze functies uit te voeren, maar in dit artikel lees je hoe je ZOEKEN-prestaties optimaliseert én minder rekenkracht nodig hebt.
Bereik sorteren met een ZOEKEN-functieAls je efficiënter wilt sorteren, gebruik dan Bereik sorteren in plaats van de functie SORT:
- Selecteer cellen of kolommen.
- Klik in de bovenste taakbalk op Gegevens
Bereik sorteren.
- Kies een van de volgende opties:
- Bereik sorteren op [meest linkse kolom] (A tot Z)
- Bereik sorteren op [meest linkse kolom] (Z tot A).
- Sorteeropties voor geavanceerd bereik: Sorteer op meerdere kolommen tegelijk in hiërarchische volgorde.
Bereik sorteren.Tip: 'Bereik sorteren' sorteert eerst de gegevens en stelt de gesorteerde gegevens dan beschikbaar voor de functie VERT.ZOEKEN.
Wat je niet moet doen:
Belangrijk: In het volgende voorbeeld zie je hoe je de functie SORT niet gebruikt:
=VERT.ZOEKEN(zoeksleutel, SORT(A1:B10, 1), 2)
In dit voorbeeld is SORT in een VERT.ZOEKEN-functie genest. Telkens wanneer de gegevens in het gesorteerde bereik veranderen, onderzoekt de SORT-functie onnodig alle gegevens opnieuw en wordt de SORT-functie opnieuw uitgevoerd.
Tip: Idealiter wordt SORT maar 1 keer toegepast op een reeks gegevens. Zo nodig kun je ernaar verwijzen.
Verwijder dubbele gegevens uit de hele reeks om berekeningen sneller uit te voeren:
- Selecteer alle betreffende kolommen en rijen.
- Klik in de taakbalk bovenaan op Gegevens
- Selecteer de kolommen die je wilt analyseren.
- Klik op Duplicaten verwijderen.
Tip: Gegevens die veel dubbele waarden in kolommen of rijen bevatten, kunnen de berekening vertragen.
Voor ZOEKEN-functies geldt het volgende:
- Ze kunnen niet zelf duplicaten vinden.
- Ze zoeken in de hele dataset, inclusief alle duplicaatwaarden die niet overeenkomen.
Als je de ZOEKEN-berekening lokaal op je computer wilt uitvoeren, moet je eerst de gegevens importeren naar de spreadsheet:
- Gebruik IMPORTRANGE om de gegevens in een leeg bereik te plaatsen in de spreadsheet waar de ZOEKEN-functie wordt uitgevoerd. Bekijk meer informatie over IMPORTRANGE.
- Verwijs naar de geïmporteerde gegevens als het bereik in de ZOEKEN-functie.
Wat je niet moet doen:
Belangrijk: In het volgende voorbeeld zie je hoe je de functie IMPORTRANGE niet gebruikt:
=VERT.ZOEKEN(zoeksleutel, IMPORTRANGE(spreadsheet_url, tekenreeks_bereik), index, [is_gesorteerd])
In dit voorbeeld is IMPORTRANGE in een ZOEKEN-functie genest. Telkens wanneer je ZOEKEN uitvoert, wordt eerst IMPORTRANGE uitgevoerd om de gegevens op te halen. Daarna wordt de ZOEKEN-functie uitgevoerd op de opgehaalde gegevens.
Tip: Probeer geen functies in een ZOEKEN-functie te nesten. Anders voert de ingesloten functie extra berekeningen uit binnen ZOEKEN telkens wanneer je de ZOEKEN-functie uitvoert.
Als je een Spreadsheets-berekening sneller wilt uitvoeren, kun je een ALS-instructie gebruiken om herhaalde waarden over te slaan, zoals N/A, #ERROR, REF# of lege cellen.
Wat je niet moet doen:
Belangrijk: In het volgende voorbeeld zie je hoe je de functie VERT.ZOEKEN niet gebruikt:
In het bovenstaande voorbeeld kun je VERT.ZOEKEN gebruiken om de prijs van een lijst met fruit te vinden in kolom A. Maar er staan ook veel lege cellen in de fruitlijst.
Google Spreadsheets voert berekeningen uit in B2 tot B10 voor alle vermelde zoeksleutels in kolom A, zelfs als VERT.ZOEKEN in B3, B7 en B9 lege cellen vindt. Deze zoekopdrachten leveren geen betekenisvolle resultaten op.
Weet wat je moet doen:
Gebruik de ALS-functie om deze zoeksleutels over te slaan op basis van de gewenste criteria en VERT.ZOEKEN alleen uit te voeren als de gegevens in de fruitlijst niet leeg zijn.
De ALS-functie vertelt Google Spreadsheets het volgende: Als de zoeksleutel niet leeg is, voer dan jouw_formule uit. Als de zoeksleutel leeg is, voer dan jouw_formule niet uit en geef in plaats daarvan de uitvoer N/A.
Over het algemeen kun je elke formule gebruiken en de waarde die je wilt overslaan, hoeft niet leeg te zijn. Deze methode bespaart je heel wat tijd, want als er betekenisloze waarden zijn, vermijd je zo extra berekeningen om het resultaat te krijgen.
Google Spreadsheets weet niet of een waarde betekenisvol is, tenzij je de waarde specifiek aanroept met de ALS-functie.
=ALS(A2 <> waarde_over_te_slaan, jouw_formule, "N/A")
Tip: De ALS-functie hierboven vertelt Google Spreadsheets het volgende: Als A2 niet gelijk is aan waarde_over_te_slaan, voer dan jouw_formule uit. Als A2 gelijk is aan waarde_over_te_slaan, voer dan jouw_formule niet uit en geef in plaats daarvan de uitvoer N/A.
Ook al is VERT.ZOEKEN iets sneller, de functies INDEX en VERGELIJKENbieden meer flexibiliteit om de VERT.ZOEKEN-workflow in kleinere delen op te splitsen. Op deze manier kun je je vorige resultaat opnieuw gebruiken en bespaar je tijd.
Wat je niet moet doen:
Als VERT.ZOEKEN in deze tabel bijvoorbeeld zowel de prijs als het aantal voor Appel moet vinden, moet je 2 afzonderlijke VERT.ZOEKEN-formules gebruiken:
=VERT.ZOEKEN("Appel", $A$1:$C$4, 2, FALSE)
Deze VERT.ZOEKEN-formule voert 2 stappen intern uit:
- Zoekt de locatie van Appel.
- Zoekt de prijs van Appel door naar de 2e kolom te gaan.
=VERT.ZOEKEN("Appel", $A$1:$C$4, 3, FALSE)
Deze VERT.ZOEKEN-formule voert 2 stappen intern uit:
- Zoekt de locatie van Appel.
- Zoekt het aantal van Appel in de 3e kolom.
In de 2 bovenstaande formules is de 1e stap dezelfde: Zoek de locatie van Appel in de lijst. Maar de 2e stap in beide bovenstaande formules kan niet tegelijk worden uitgevoerd omdat VERT.ZOEKEN 1 functie is met 1 uitvoer.
Als je dus VERT.ZOEKEN uitvoert om meerdere stukjes verschillende informatie over hetzelfde item te vinden, moet je de 1e stap 2 keer uitvoeren. Zo wordt de berekeningstijd langer.
Weet wat je moet doen:
Je bespaart tijd als je een combinatie van VERGELIJKEN en INDEX gebruikt. Zo scheid je stap 1 en stap 2, zodat je stap 1 kunt hergebruiken wanneer nodig:
1. Zoek de locatie van Appel met VERGELIJKEN:
=VERGELIJKEN("Appel", $A$2:$A$4, FALSE)
De uitvoer van deze formule is 1 omdat Appel op positie 1 van het bereik staat.
2. Zoek naar de prijs van Appel in de 2e kolom met INDEX:
=INDEX($A$2:$C$4, cel_met_VERGELIJKEN_formule, 2)
De uitvoer van deze formule is $1.
Als je het aantal van Appel wilt zoeken, kun je stap 1 opnieuw gebruiken en naar de cel verwijzen met de VERGELIJKEN-formule, zodat je dat deel niet opnieuw hoeft te berekenen.
3. Zoek naar het aantal van Appel in de 3e kolom met INDEX:
=INDEX($A$2:$C$4, cel_met_VERGELIJKEN_formule, 3)
In dit voorbeeld met INDEX en VERGELIJKEN voer je in totaal 3 rekenstappen uit: 1 keer stap 1 en 2 keer stap 2. Als je in plaats daarvan VERT.ZOEKEN gebruikt, voer je 2 VERT.ZOEKEN-functies en 4 stappen uit, wat meer tijd kost en meer rekenbronnen gebruikt.
Hoe meer VERT.ZOEKEN-functies je gebruikt, hoe efficiënter deze manier dus werkt. Er zijn ook veel andere situaties waarin je het resultaat van VERGELIJKEN opnieuw kunt gebruiken om tijd te besparen.