Melding

Dit artikel gaat over Looker Studio. Ga voor documentatie over Looker naar https://cloud.google.com/looker/docs/intro.

Spreidingsdiagramreferentie

Hoe u spreidingsdiagrammen en bellendiagrammen gebruikt en instelt.

Gebruik spreidingsdiagrammen om verbanden tussen variabelen te zoeken. Spreidingsdiagrammen zijn met name handig als u trends en patronen in gegevens wilt benadrukken. U kunt ook spreidingsdiagrammen gebruiken om uitschieters in uw gegevens te herkennen.

Als uw gegevens 2 met elkaar samenhangende variabelen bevatten, kan een spreidingsdiagram een ideale visualisatiemethode zijn om verbanden te vinden en te onderzoeken. Dit kan bijvoorbeeld een positieve correlatie zijn, wat betekent dat de y-variabele toeneemt als de x-variabele toeneemt. Dit kan ook een negatieve correlatie omvatten, wat betekent dat de ene variabele toeneemt terwijl de andere afneemt. Een correlatie kan ook null zijn, wat betekent dat er geen correlatie is tussen de 2 gekozen variabelen. Als u zich bewust bent van een mogelijke correlatie van gegevens, kunt u meer inzicht krijgen in uw gegevens en kunt u zelfs voorspellingen doen over toekomstig gedrag.

In dit artikel vindt u informatie over het volgende:

Spreidingsdiagrammen in Looker Studio

Als u een spreidingsdiagram wilt instellen in Looker Studio, selecteert u statistieken voor de horizontale (X) en verticale (Y) as van het diagram. U kunt de gegevens groeperen door maximaal 3 dimensies aan het diagram toe te voegen. In een spreidingsdiagram kunt u bijvoorbeeld zien of er voor elk land een verband is tussen advertentie-uitgaven en conversiepercentage, uitgesplitst per regio en advertentiecampagne. Op deze manier kunt u antwoorden vinden op vragen zoals 'Leiden duurdere advertenties tot betere conversies in alle landen?'

U kunt een trendlijn opnemen om trends en patronen te vinden en uitschieters in uw gegevens te herkennen. De algemene richting van de helling van de trendlijn geeft het relatietype (correlatie) aan tussen de variabelen: een helling die van links naar rechts stijgt geeft een positief verband aan. Met andere woorden: hoe groter X is, hoe groter Y is. Een dalende helling van linksboven naar rechtsonder kan een negatieve correlatie betekenen: hoe groter X is, des te kleiner Y is. Als er geen helling is, kan dit betekenen dat er weinig tot geen correlatie is tussen de variabelen. Er is een grotere correlatie tussen gegevenspunten die dichter bij de trendlijn liggen dan tussen punten die verder van de lijn af liggen.

Voorbeeld van spreidingsdiagram

In de onderstaande spreidingsdiagrammen ziet u 2 verschillende weergaven van de prestaties van een fictieve online universiteit. Het diagram aan de linkerkant vergelijkt het gemiddelde percentage afgeronde cursussen met het gemiddelde activiteitenpercentage (een meting van de betrokkenheid van studenten voor wat betreft forumberichten, afgeronde lesgroepactiviteiten enzovoort). De lineaire trendlijn stijgt in dit diagram van links naar rechts, waarmee wordt aangegeven dat er een positief verband is tussen het activiteitenpercentage en het percentage afgeronde cursussen. Dat wil zeggen: hoe groter de betrokkenheid van studenten, hoe groter de kans dat zij de cursus afmaken.

Het diagram aan de rechterkant vergelijkt het gemiddelde cijfer van de studenten met het aantal uur huiswerk dat voor iedere cursus werd gegeven. In dit diagram daalt de trendlijn van links naar rechts, waarmee een negatief verband wordt aangegeven tussen de statistieken: als er minder huiswerk is opgegeven, is het gemiddelde cijfer hoger.

Het rechterdiagram geeft ook 2 uitschieters weer. Voor de cursus links onderaan werd slechts een paar uur huiswerk opgegeven, maar was ook het gemiddelde cijfer lager. Voor de cursus bovenaan het diagram werd het meeste huiswerk opgegeven, maar lag het cijfer toch nog op een gemiddelde van bijna 3.0. (Het is een goed idee uw eigen diagrammen te controleren op uitschieters en na te gaan of u kunt ontdekken waarom ze afwijken.)

In voorbeelden van spreidingsdiagrammen wordt de cursusnaam weergegeven als bellenpunten met trendlijnen en uitschieters.

Andere soorten spreidingsdiagrammen

Naast het standaard spreidingsdiagram kunt u ook een vooraf ingesteld bellendiagram toevoegen via de werkbalk.

Bellendiagram

Bellendiagrammen bevatten een statistiek voor de bellengrootte. Dit kan dezelfde statistiek zijn als voor de X- of Y-as, of het kan een andere statistiek zijn. Hoe groter de statistiekwaarde, hoe groter de bel.

Voorbeeld van bellendiagram

Dit bellendiagram toont bezoeken aan een nationaal park (Pinnacles National Park in Californië, VS) in 2021. Elke bel staat voor een maand. De positie van elke bel in het diagram staat voor het aantal bezoekers en de hoeveelheid tijd die die bezoekers voor elke maand hebben doorgebracht. In dit diagram wordt de statistiek recreation_visitors gebruikt om de grootte van de bel te bepalen.

Een diagram met 12 gekleurde bellen die over het algemeen groter worden als ze omhoog en naar rechts stijgen. Elke bel staat voor een maand van het jaar. Een tooltip-kaart geeft aan dat voor de maand juni 202.960 uur is besteed door 37.029 bezoekers.
Dit diagram laat zien dat het minste aantal mensen het park bezoekt in december en augustus, terwijl het park het drukst is in de lente en vroege zomer. Juli en februari zijn gemiddeld wat betreft parkbezoek.

Het diagram instellen

Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna aan de rechterkant het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van het tabblad Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.

De diagramgegevens instellen

De opties op het tabblad INSTELLEN bepalen hoe de gegevens van het diagram worden ingedeeld en getoond.

Gegevensbron

Een gegevensbron is de koppeling tussen de component en de onderliggende dataset. 

  • Als u de gegevensbron van het diagram wilt wijzigen, klikt u op de naam van de huidige gegevensbron.
  • Klik op Bewerken om de gegevensbron te tonen of te bewerken. (U moet ten minste weergaverechten hebben om dit icoon te zien te krijgen.)
  • Klik op +GEGEVENS MENGEN voor gegevens uit meerdere gegevensbronnen in hetzelfde diagram. Meer informatie over gegevens mengen

Dimensie

Dimensies zijn gegevenscategorieën. Dimensiewaarden (de gegevens in de dimensie) zijn namen, beschrijvingen of andere kenmerken van een categorie.

Periodedimensie

Deze optie wordt getoond als uw gegevensbron een geldige datumdimensie bevat.

Opmerking: Deze optie wordt niet getoond voor gegevensbronnen van Google Ads of Google Analytics, omdat deze automatisch een datumdimensie gebruiken.

Met de periodedimensie kunt u de periode voor een diagram begrenzen. Deze dimensie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u een periode-eigenschap instelt voor het diagram of als iemand die het rapport bekijkt, een periodekiezer gebruikt om het tijdsbestek te beperken.

Details

Deze optie wordt getoond voor diagrammen die deze ondersteunen.

De optie Details biedt gebruikers een manier om aanvullende detailniveaus in een diagram naar boven te halen. Als u de optie Details aanzet, wordt elke dimensie die u toevoegt een extra detailniveau. Meer informatie over details van diagrammen

Statistiek

Statistieken meten de items die in dimensies zijn opgenomen en leveren de numerieke schaal en gegevensreeksen voor het diagram.

Statistieken zijn verzamelingen uit de onderliggende dataset of zijn het resultaat van de impliciete of expliciete toepassing van een verzamelfunctie, zoals COUNT(), SUM() of AVG(). De statistiek zelf heeft geen gedefinieerde set waarden, dus u kunt er niet op groeperen zoals bij een dimensie.

Meer informatie over verzameling

Opties voor statistieken

Statistiek X De statistiek van de X-as (horizontaal) (bijvoorbeeld Gem. Cijfer in het rechtervoorbeeld hierboven).
Statistiek Y De statistiek van de Y-as (verticaal) (bijvoorbeeld Uren huiswerk in het rechtervoorbeeld hierboven).
Statistiek voor belgrootte Als u dit instelt, wordt het diagram getoond als een bellendiagram. Deze statistiek bepaalt de grootte van de gegevenspunten.

Schuifregelaars voor statistieken

Met schuifregelaars kunnen rapportgebruikers het diagram of de tabel filteren op statistiekwaarden. Meer informatie over schuifregelaars voor statistieken

De standaardsorteermethode instellen

De opties Sorteren en Secundair sorteren in het instellingsvenster van het diagram bepalen het standaard sorteergedrag. U kunt elke statistiek in de gegevensbron van het diagram en elke dimensie die in het diagram staat, selecteren als primair of secundair sorteercriterium.

De optie Secundair sorteren wordt alleen getoond als het diagram een geschikte combinatie van dimensies en statistieken bevat.
Als u een statistiek als sorteercriterium opgeeft, kunt u de aggregatie van het veld bewerken. Zo kunt u een numeriek veld in het diagram opnemen als de waarde SUM, maar sorteren op de waarde AVERAGE van het veld.

Standaardperiode

Met de eigenschap Standaardperiode kunt u een tijdsbestek instellen voor een afzonderlijk diagram.

Opties voor de standaardperiode

Automatisch Gebruikt de standaardperiode, die door de gegevensbron van het diagram wordt bepaald.
Aangepast Hiermee kunt u de agendawidget gebruiken om een aangepaste periode te kiezen voor het diagram.
Type datumvergelijking Toont vergelijkingsgegevens voor de geselecteerde periode.

Meer informatie over werken met datums en tijd 

Filter

Met filters kunt u de gegevens in de component beperken door de waarden die u invoert op te nemen of uit te sluiten. Meer informatie over de filtereigenschap

Filteropties

Filternaam Klik op een bestaand filter om het te bewerken. Plaats de cursor op de filternaam en klik op X om het filter te verwijderen.
+Een filter toevoegen Klik op deze optie om een nieuw filter voor het diagram te maken.

Google Analytics-segment

Deze optie wordt getoond voor diagrammen die gebaseerd zijn op een Universal Analytics-gegevensbron.

Een segment is een subset van uw gegevens in Google Analytics. U kunt segmenten toepassen op uw Looker Studio-diagrammen om ervoor te zorgen dat in uw Looker Studio- en Google Analytics-rapporten dezelfde gegevens worden getoond. Meer informatie over Analytics-segmenten in Looker Studio

Diagraminteracties

Als de optie Cross-filteren aanstaat voor een diagram, werkt dat diagram als filteroptie. U kunt het rapport filteren door de cursor over het diagram te verplaatsen. Meer informatie over cross-filteren

Met de optie Zoomen kunt u inzoomen op een diagram en het diagram meedraaien om alle aanwezige gegevens te bekijken. Meer informatie over zoomen en meedraaien in cartesische diagrammen

De optie Zoomen is niet beschikbaar als de optie Cross-filteren aanstaat.

Het diagram opmaken

De opties op het tabblad Stijl bepalen de algehele presentatie en het uiterlijk van het diagram.

Gegevenslabels tonen Hiermee worden afzonderlijke waarden getoond voor de gegevenspunten in de reeks.
Bellenkleur Hiermee stelt u de dimensie in voor de kleuren van de gegevenspunten in uw diagram. Als u Geen instelt, worden de bellen in één kleur getoond. Als u een dimensie selecteert, wordt het diagram in verschillende kleuren getoond.
Aantal bellen Bepaalt het aantal gegevenspunten dat wordt weergegeven. Als het aantal dimensiewaarden dit aantal overschrijdt, worden alleen de bovenste N waarden weergegeven.

Kleuren op

In dit gedeelte bepaalt u hoe u uw gegevens kleurt. Meer informatie over hoe u kleuren voor uw gegevens kiest

Dimensiewaarden

Hiermee wordt elke dimensiewaarde in het diagram gekleurd met de kleur die is opgegeven in de kleurenkaart van dimensiewaarden. Deze optie zorgt ervoor dat het kleurgebruik voor uw gegevens consequent is, ongeacht de positie van die gegevens in het diagram.

Referentielijnen

Voeg een referentielijn of referentiebereik toe aan uw diagram met de optie Een referentielijn toevoegen of Een referentiebereik toevoegen.

Ga naar de pagina Referentielijnen en referentiebereiken toevoegen aan diagrammen voor meer informatie hierover.

Trendlijn

Een trendlijn is een lijn die over een diagram wordt geplaatst om de algemene tendens van de gegevens aan te geven. Looker Studio ondersteunt verschillende typen trendlijnen, die beschikbaar zijn in het dropdownmenu Trendlijn:

  • Lineair

    Een lineaire trendlijn is de rechte lijn die het dichtst bij de gegevens in het diagram ligt. (Dit is, om precies te zijn, de lijn waarbij de som van de gekwadrateerde afstanden van elk punt naar de lijn het kleinst is.)

  • Polynoom

    Een polynome trendlijn toont de trend van gegevens als een gebogen lijn. Dit type trendlijn kan van pas komen bij de analyse van grote, zeer variabele gegevensreeksen.
     
  • Exponentieel

    Een exponentiële trendlijn toont de richting van gegevens die het best kan worden aangegeven als een exponentiële curve met de vorm eax+b.
     
  • Voortschrijdend gemiddelde

    Met een trendlijn voor het voortschrijdend gemiddelde kunnen rapportmakers een berekening van het voortschrijdend gemiddelde van de gegevens in hun diagrammen visualiseren Als u een trendlijn met een voortschrijdend gemiddelde selecteert, geeft u de periode voor de berekening op.

    Het trendlijntype Voortschrijdend gemiddelde is alleen beschikbaar voor tijdreeksdiagrammen.

Trendlijnen zijn alleen beschikbaar voor tijdreeksdiagrammen en spreidingsdiagrammen.

U vindt opties om het gewicht, de stijl en de kleur van de trendlijn te stellen als u een optie heeft geselecteerd in het dropdownmenu Trendlijn.

Zoomen

Nadat u de optie Zoomen op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen heeft aangezet voor een diagram, kunt u een van de volgende opties selecteren:

  • Klik en sleep om te zoomen: Zoom door te klikken en te slepen om het deel van de visualisatie te selecteren dat u wilt vergroten.
  • Scroll om te zoomen: Zoom door met uw muis te scrollen.

U kunt ook het selectievakje Alleen meedraaien/zoomen met x-as aanvinken om alleen zoomen en meedraaien langs de x-as toe te staan.

Assen

Deze opties bepalen de weergave van de titel en schaal van de assen. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.

As-opties

Assen tonen Hiermee toont of verbergt u de assen van het diagram.
Richting van Y-as omkeren Hiermee bepaalt u de verticale weergave van de Y-as.
Richting van X-as omkeren Hiermee bepaalt u de horizontale weergave van de X-as.

Linker Y-as

Deze opties bepalen de weergave van de linker Y-as van het diagram. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.

As-opties

Titel van as tonen Hiermee toont of verbergt u de labels van de as.
Min. en max. van as Hiermee stelt u de minimum- en maximumwaarden voor de as in.
Aangepaste interval van maatstreepjes Hiermee bepaalt u het interval tussen maatstreepjes in een as.
Logaritmische schaal Hiermee stelt u de schaal voor de as in op logaritmisch.

X-as

Met deze opties bepaalt u de weergave van de X-as van het diagram.

As-opties

Titel van as tonen Hiermee toont of verbergt u de labels van de as.

Legenda

Deze opties bepalen de plaatsing van de diagramlegenda.

Tekstkleur van legenda Hiermee stelt u de kleur van het legendalettertype in.
Tekengrootte Hiermee stelt u de grootte van het legendalettertype in.
Lettertypefamilie Hiermee stelt u het lettertype van de legenda in.
Geen

Er wordt geen legenda weergegeven.

Rechts De legenda wordt rechts weergegeven.
Onderkant De legenda wordt onderaan weergegeven.
Bovenkant De legenda staat bovenaan.
Uitlijning Hiermee wordt de legenda uitgelijnd op een positie die relatief is aan de geselecteerde positie.
Maximumaantal regels Hiermee stelt u het aantal regels van de legenda in. Als er voor het aantal reeksen meer regels nodig zijn, kunt u items die overlopen tonen door op de pijlen < en > te klikken.

Raster

Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van het diagramraster.

Askleur Hiermee stelt u de kleur van de aslijn(en) in.
Rasterkleur Hiermee stelt u de kleur in van de rasterlijnen.
Lettertypefamilie Hiermee stelt u het lettertype van de rasterlijntekst in.
Lettergrootte van as Hiermee stelt u de lettergrootte van de rasterlijntekst in.
Lettergrootte van label Hiermee stelt u de lettergrootte van de labeltekst van de rasterlijn in.
Diagramachtergrond Hiermee stelt u de kleur in van de diagramachtergrond.
Randkleur van diagram Hiermee stelt u de kleur in van de binnenrand van het diagram.

Achtergrond en rand

Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van de achtergrond van de diagramcontainer.

Achtergrond Hiermee stelt u de achtergrondkleur in van het diagram.
Straal voor rand Hiermee voegt u afgeronde hoeken toe aan de diagramachtergrond. Wanneer de straal 0 is, heeft de achtergrondvorm hoeken van 90°. Een rand met een straal van 100° levert een cirkelvorm op.
Ondoorzichtigheid Hiermee stelt u de ondoorzichtigheid in van het diagram. Met 100% ondoorzichtigheid worden objecten helemaal verborgen achter het diagram. 0% ondoorzichtigheid maakt het diagram onzichtbaar.
Randkleur Hiermee stelt u de randkleur in van het diagram.
Randdikte Hiermee stelt u de lijndikte in voor de rand van het diagram.
Randstijl Hiermee stelt u de lijnstijl in voor de rand van het diagram.
Randschaduw toevoegen Hiermee voegt u een schaduw toe aan de onderste en rechterrand van het diagram.

Diagramkop

Met de diagramkop kunnen kijkers verschillende acties uitvoeren in het diagram, zoals de gegevens exporteren, het diagram minder of meer gedetailleerd tonen of het diagram sorteren. De opties voor diagramkoppen zijn:

Tonen bij plaatsen cursor (standaard) Er worden 3 verticale stippen weergegeven als u de cursor op de diagramkop plaatst. Klik hierop om de koptekstopties te openen.
Altijd tonen De koptekstopties worden altijd getoond.
Niet tonen De koptekstopties worden nooit getoond. Houd er rekening mee dat rapportkijkers de opties altijd kunnen openen door met de rechtermuisknop op het diagram te klikken.
Kleur Stelt de kleur in van de opties voor de diagramkop.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
12673002505312411253
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
102097
false
false