Wegwijs worden in Looker Studio

Op de homepage maakt en opent u al uw Looker Studio-items: rapporten, gegevensbronnen en verkenningen.

Legenda van de homepage Rapporten

1. Zoeken. Vind snel Looker Studio-items .
2.  Opties:
   1. De Google Cloud Console openen (Looker Studio Pro-functie) 
   2. Hulp en feedback 
   3. Gebruikersinstellingen 
   4. Uw Google-account  beheren
3. Een nieuw item maken (rapport, gegevensbron of verkenning) 
4. Tabbladen voor itemtype. Rapporten, gegevensbronnen of verkenningen tonen.
5. Mijn werkruimte | Team workspaces (Looker Studio Pro-functie)
6. Een nieuw rapport maken
7. Tutorials en templaterapporten.
8. Filter de itemlijst om recente items, items die van u zijn, items die met u gedeeld zijn en items in de prullenbak te tonen.
9. Itemlijst. Klik op een item om het te bekijken.
   1. Gebruik het overloopmenu van een item aan de rechterkant om het item te delen, de naam ervan te wijzigen of het te verwijderen.
   2. Sorteer items op naam, eigenaar of datum.

Navigeren in de Rapporteditor

Als u een rapport wilt bewerken, zoekt u het in de itemlijst, bekijkt u het item en klikt u rechtsboven op BEWERKEN .

Legenda van de Rapporteditor

1. Logo. Klik hierop om terug te gaan naar de homepage Rapporten.
2. Menubalk. Veel menufuncties zijn ook toegankelijk door met de rechtermuisknop op een component te klikken.
3. (Van links naar rechts:)
   1.  Delen:
      1.  Andere mensen uitnodigen
      2.  E-mailbezorging plannen
      3.  Rapportlink opvragen
      4.  Rapport insluiten
      5.  Rapport downloaden
   2.  Bekijken. Schakel tussen de bewerkingsmodus en de weergavemodus.
   3. Meer opties 
      1.  Kopie maken
      2.  Gegevens vernieuwen
   4. Hulp 
   5. Uw Google-account  beheren
4. Rapportpagina's beheren
5. Selectiestand | Ongedaan maken | Opnieuw
6. Een diagram toevoegen aan uw rapport
7. Bedieningselementen voor interactieve kijkers toevoegen
8. Tekst, afbeeldingen, lijnen en vormen toevoegen
9. Gegevens toevoegen aan het rapport
10. Het deelvenster Thema en lay-out openen
11. Visualisatiekiezer. Hiermee kunt u het visualisatietype van het geselecteerde diagram wijzigen.
12. Een geselecteerd diagram op het rapportcanvas
13. Deelvenster Eigenschappen. Verschijnt als er een component wordt geselecteerd. Hiermee kunt u de gegevens- en stijlproperty's van de geselecteerde componenten instellen. Statische componenten, zoals tekst, vormen en afbeeldingen, hebben alleen stijlproperty's.
14. Het deelvenster Gegevens. Hiermee kunt u dimensies en statistieken uit de gegevensbron van de geselecteerde component slepen en neerzetten in het diagram of het canvas.

Navigeren in de gegevensbroneditor

Een gegevensbron bewerken die door uw rapport wordt gebruikt:

1. Bewerk uw rapport.
2. Selecteer in het menu Bron > Toegevoegde gegevensbronnen beheren.
3. Zoek de gegevensbron in de lijst en klik aan de rechterkant op Bewerken .

 

1. Naam van gegevensbron. Klik hierop om de naam te wijzigen.
2. Versiegeschiedenis. Bekijk en herstel eerdere versies van de gegevensbron .
   1. Naast de versiegeschiedenis ziet u Deze gegevensbron delen met andere mensen .
3. Opties voor gegevensbronnen:
   1. Inloggegevens voor gegevensbron. Bepaalt wie de gegevens kan zien die door deze gegevensbron worden geleverd.
   2. Recentheid van gegevens. Bepaalt de balans tussen gegevensupdates en rapportprestaties.
   3. Gebruik van communityvisualisaties. Hier stelt u in of de gegevensbron gegevens mag leveren aan communityvisualisaties.
   4. Bewerken van rapportvelden. Hiermee kunnen rapportbewerkers veldnamen en aggregaties wijzigen, analytische functies toepassen en veldweergaveopties instellen zonder de gegevensbron te hoeven bewerken.
4. Een kopie maken van deze gegevensbron.
5. Rapport maken. Maak een nieuw rapport vanuit deze gegevensbron.
6. Verkennen. Begin een nieuwe verkenning op basis van deze gegevensbron.
7. Een veld toevoegen. Maak een berekend veld of voeg een aangepaste groep toe.
8. Koppeling bewerken. De eigenaar van de gegevensbron kan deze opnieuw koppelen.
   
   Filteren op e-mailadres. Voeg beveiliging op rijniveau toe aan uw gegevens.
9. Velden. Dimensies worden getoond in groene chips, statistieken in blauwe chips en parameters in paarse chips. Klik op een veld om het een nieuwe naam te geven. Als u andere acties op velden wilt uitvoeren, klikt u op Meer .
10. Veldtype. Bepaalt het soort gegevens dat in het veld wordt opgenomen. Klik op het dropdownmenu om het type te wijzigen.
    Als u het veldtype wijzigt, kan dit grote gevolgen hebben voor uw rapporten.
11. Aggregatie. Bepaalt hoe het veld wordt samengevat. Klik op het dropdownmenu om de aggregatie te wijzigen. U kunt velden met automatische aggregatie niet wijzigen.
12. Beschrijving. Voeg een beschrijving toe aan een veld. Voor Looker- en Search Ads 360-koppelingen wordt de beschrijving automatisch ingevuld op basis van de gegevensbron.
    
    Als de stijloptie Veldbeschrijvingen tonen aanstaat voor tabeldiagrammen, kunnen gebruikers de veldbeschrijving in een tooltip bekijken. Veldbeschrijvingen tonen staat automatisch aan voor diagrammen die zijn gekoppeld aan een Looker- of Search Ads 360-gegevensbron.  
13. Berekende velden en aangepaste groepen. Klik op fx om de veldformule te bewerken.
14. Velden vernieuwen. Klik om de gegevensbron te updaten met eventuele structurele wijzigingen in de onderliggende dataset.
15. Aantal velden. Geeft het aantal velden in de gegevensbron weer.