Controleren of Google Ads-autotagging werkt

Ga na of u Google Ads-autotagging kunt gebruiken op uw site en los problemen met de configuratie op.

Google Ads-autotagging heeft een aantal voordelen. We raden u daarom aan deze functie te gebruiken in plaats van handmatig aangepaste campagnetagging in te stellen.

In dit artikel:

Inzicht in autotagging

Autotagging is een instelling in uw Google Ads-account. Wanneer autotagging is ingeschakeld, wordt een Google Click ID (gclid) aan het einde van uw URL toegevoegd, vóór eventuele fragmenten (die ook wel 'ankers' worden genoemd en herkenbaar zijn aan de aanwezigheid van een #). Als uw URL al een parameter bevat (herkenbaar aan de aanwezigheid van een ?), wordt de gclid voorafgegaan door een & in plaats van een ?.

Voorbeelden
  • example.com/foo?a=b&gclid=Tester123#xyz
  • example.com/foo?gclid=Tester123#xyz

Als uw website omleidingen bevat, is het belangrijk dat u de gclid-URL-parameter in uw omleiding behoudt. Google Analytics- en gtag.js-tags verwachten de gclid-parameter te zien als parameter op het hoogste niveau op de pagina waar tags worden geladen.

Controleren of autotagging werkt voor uw site

Gebruik de Hulpprogramma's voor ontwikkelaars van Chrome en volg de instructies hier om te controleren of autotagging werkt op uw site voordat u dit instelt.

Als de gclid-parameter niet is toegevoegd aan uw URL's nadat de pagina volledig is geladen, is uw website waarschijnlijk niet geconfigureerd om queryparameters op zo'n manier te verwerken dat autotagging werkt.

  1. Open een nieuw tabblad in Chrome. Open het menu 'Chrome', klik op Extra> Hulpprogramma's voor ontwikkelaars om de Hulpprogramma's voor ontwikkelaars van Chrome te openen. Klik op het tabblad Network. Dit venster toont de netwerkverzoeken (HTTP) voor de pagina die wordt geladen, en moet worden geopend voordat de pagina wordt geladen.
  2. Kopieer de uiteindelijke URL van Google Ads.

    Opmerking: Als u een uiteindelijke URL met een trackingtemplate of aangepaste parameters gebruikt, volgt u deze instructies om de klik-URL te op te halen (de URL waarop klanten daadwerkelijk klikken).

    Plak deze URL in de adresbalk van Chrome, maar laad de pagina nog niet. Voeg een testqueryparameter voor Google Ads-autotagging toe aan de adresbalk, zoals gclid=TeSter-123. De volledige URL wordt hierdoor: http://www.example.com/?gclid=TeSter-123.

    Als uw uiteindelijke URL al een vraagteken bevat (?) gevolgd door een queryparameter, moet u vóór de gclid-parameter een '&'-symbool invoegen. Bijvoorbeeld: http://www.example.com/?parameter=1&gclid=TeSter-123.

    Als uw uiteindelijke URL een hekje '#' (hash) bevat, voegt u de gclid-parameter vóór het hekje toe. Bijvoorbeeld: http://www.example.com/?parameter=1&gclid=TeSter-123#bookmark.

  3. Laad de URL en bekijk hoe de netwerkverzoeken worden geladen.

Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen hieronder om een oplossing te vinden.

Problemen oplossen

Gebruik de Hulpprogramma's voor ontwikkelaars van Chrome om problemen op te lossen.

URL-omleidingen

  1. Schakel Record in de Hulpprogramma's voor ontwikkelaars van Chrome in (zwarte cirkel op de onderste balk op het tabblad Network). Geef de oorspronkelijke uiteindelijke URL met de toegevoegde test-gclid-parameter op in de adresbalk. Druk op Enter om de URL te laden.
  2. Klik op het tabblad Network in het rechterdeelvenster Headers op een aantal van de eerste vermelde verzoeken. Dit zijn gewoonlijk geen systeemeigen verzoeken (geen bestandsindelingen voor afbeeldingen of code).
  3. Zoek in het verzoek naar een HTTP-statuscode 301 of 302. Deze codes duiden op een omleiding.
  4. Zoek in het gedeelte Response Headers naar de waarde Location, die aangeeft dat de browser is omgeleid. (Omleidingen kunnen bestaan uit meerdere stappen, dus u moet mogelijk meerdere HTTP-verzoeken voor pagina's bekijken om te bepalen waar de gclid-parameter is kwijtgeraakt.)
  5. Als de nieuwe URL de autotaggingparameter en de eerder opgegeven waarde niet bevat, heeft Analytics de gclid-waarde waarschijnlijk niet kunnen opslaan.

In sommige gevallen ziet u de gclid-parameter mogelijk niet in de uiteindelijke URL van de bestemmingspagina, maar kan de Analytics-code van de vorige pagina de parameter nog steeds hebben meegestuurd tijdens het omleidingsproces (dit gebeurt meestal te snel om het waar te nemen). Als u wilt controleren of de gclid-parameter is verzonden door de Analytics-code op een vorige pagina, bekijkt u het collect-verzoek dat is gedaan door de pagina. Gebruik het filterpictogram om te sorteren op of te zoeken naar collect-verzoeken.

  1. Klik in de Hulpprogramma's voor ontwikkelaars van Chrome op het tabblad Network op het collect-verzoek in het linkerdeelvenster.
  2. Zoek in het venster Headers aan de rechterkant, onder de sectie Query String Parameters naar de parameter dl in het collect-verzoek.
  3. Daar moet gclid=TeSter-123 staan. Als u deze waarde niet ziet, is de gclid-parameter niet geparseerd en opgeslagen door Analytics.

Wanneer de autotaggingparameter van Analytics wordt verwijderd door een omleiding, kunt u het volgende doen:

  • Uw bestemmings-URL voor Google Ads updaten naar de uiteindelijke URL. Als uw bestemmings-URL bijvoorbeeld www.example.com/redirect-page is, maar deze pagina u omleidt naar www.example.com/new-url, gebruik dan de laatste URL als bestemmings-URL van uw advertentie.
  • Als de omleiding wordt veroorzaakt door een regel van de server, probeer dan uw serverinstellingen opnieuw te configureren om de omleiding te stoppen. Omdat elke internetserver anders is, zijn er verschillende methoden. Apache-servers zijn bijvoorbeeld voor het instellen van omleidingsregels afhankelijk van een .htaccess-bestand. Als de omleiding niet kan worden verwijderd, moet de server zo worden ingesteld dat bij een omleiding queryparameters (zoals de gclid) kunnen worden meegenomen van de aanvankelijke URL naar de uiteindelijke URL. Stel de uiteindelijke URL met autotagging is www.example.com/redirecting-page?gclid=TeSter-123. Wanneer de omleiding plaatsvindt, moet de gebruiker worden doorgestuurd naar www.example.com/new-url?gclid=TeSter-123 (de gclid-parameter blijft gelijk, hoewel de pagina-URL verandert).

Trackingcodefouten

Het trackingcodefragment van Analytics kan een probleem veroorzaken als het niet correct is ingesteld op de pagina. Zoek met de Hulpprogramma's voor ontwikkelaars van Chrome naar het collect-verzoek op het tabblad 'Network requests'. Als het collect-verzoek niet wordt geladen op de pagina, is het trackingcodefragment van Analytics niet correct ingesteld.

Bovendien moet voor Google Ads-tracking de conversiecode op elke bestemmingspagina worden geplaatst.

Ga voor meer informatie naar het artikel over het controleren van de instelling van uw webtrackingcode.

Contentframes

U kunt Analytics in een HTML-frame op dezelfde manier gebruiken als een <iframe>. Aangezien onderliggende frames de adres-URL van hun bovenliggende frame niet kunnen lezen, kan de trackingcode van Analytics die is ingesloten in een iframe, de autotaggingwaarde (gclid) niet zien, zelfs als deze zichtbaar is in de browseradresbalk van de pagina die u bekijkt.

Installeer Analytics op de bovenliggende pagina om dit probleem op te lossen. Ga naar de handleiding voor ontwikkelaars voor meer informatie over het instellen van cross-domein tracking voor iframes.

Hoofdletterconversie URL

Als de hoofdletters van de autotaggingwaarde (gclid) worden gewijzigd door een programma op uw server dat URL's omzet, waarbij bijvoorbeeld gclid=TeSter wordt gewijzigd in gclid=tester) (allemaal kleine letters), kan Analytics niet vaststellen welke Google Ads-klik bij welke sessie hoort. Als er een gclid-parameter aanwezig is, wordt het bezoek geïdentificeerd als afkomstig van source=google en medium=cpc. Alle andere klikspecifieke gegevens (zoals campagne, advertentiegroep, zoekwoord, enzovoort) worden echter weergegeven als (not set) in Analytics-rapporten.

Wijzig in dat geval de instellingen van uw internetserver zodat alle niet-gereserveerde URL-tekens, waaronder hoofdletters en symbolen zoals '-' (koppelstreepje) en '_' (underscore) worden toegestaan, aangezien deze door Google Ads kunnen worden gebruikt bij het genereren van een unieke gclid-parameter voor een klik.

Lengte van de gclid-parameter

De gclid-waarde mag maximaal 100 tekens lang zijn. Zorg ervoor dat uw logboek-, opslag- en omleidingssystemen gclid-parameters van deze lengte kunnen verwerken. Om te bevestigen dat uw website lange gclid-parameters niet afkapt, herhaalt u de bovenstaande stappen voor probleemoplossing waarbij u deze waarde gebruikt: gclid=TeSter-123-ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ-abcdefghijklmnopqrstuvwxyz-0123456789-AaBbCcDdEeFfGgHhIiJjKkLl.

Als de voorbeelden in dit artikel geen oplossing bieden, kunt u overwegen aangepaste campagnetagging in plaats van Google Ads-autotagging te gebruiken.

Als u verschillen ziet tussen klikken en sessies, kunt u de probleemoplosser voor klikken en sessies gebruiken om problemen te identificeren en op te lossen.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
1302419271034890805
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
69256
false
false