[UA→GA4] Migratiehandleiding voor beginners

Volg de stappen in deze handleiding om over te stappen op GA4. U maakt een nieuwe GA4-property en migreert uw doelen naar GA4.
Als u de migratie al heeft afgerond en niet weet waarom u nog steeds migratiemeldingen krijgt, volgt u deze stappen.

Volg deze stappen in een desktopbrowser, niet in de mobiele Analytics-app. Dit gaat het makkelijkst als u de migratie in 1 sessie afrondt.

Bekijk voor meer informatie de video over de basisprincipes van de migratie:

Not yet migrated to the new Google Analytics? Simple steps to get started.

Zoek uw Analytics-account en ga na welke property's u moet migreren

Als u niet zeker weet of u een Universal Analytics-property heeft die u moet migreren of welke property's u moet migreren, voert u deze stappen uit.

OF: Als u klaar bent voor de migratie, gaat u naar het volgende gedeelte, De wizard Installatieassistent voor GA4 uitvoeren.

Uw Google Analytics-account zoeken
  1. Ga naar https://analytics.google.com/.
  2. Als u al bent ingelogd bij Google, gaat u rechtstreeks naar Analytics. Anders krijgt u de vraag de gebruikersnaam en wachtwoord van uw Google-account in te vullen.

Als u niet kunt inloggen op uw account, gaat u naar Kan niet inloggen op account.

Checken of u een Universal Analytics-property heeft
  1. Log in bij Google Analytics.
  2. Klik linksboven, naast het Analytics-logo, op de pijl-omlaag naast de naam van uw property.

  3. Zoek uw property onder Property's en apps.
  4. Property-ID's voor Universal Analytics beginnen met UA en eindigen met een cijfer (UA-XXXXXXXXX-1).

    Propertykiezer

Checken of u uw Universal Analytics-property moet migreren
  1. Log in bij Google Analytics.
  2. Klik in Google Analytics op Instellingen Beheerder (linksonder).
  3. Zorg ervoor dat in de kolom Account het gewenste account is geselecteerd. (Als u maar 1 Google Analytics-account heeft, is dat al geselecteerd.)

  4. Selecteer in de kolom Property de Universal Analytics-property die u wilt checken.

  5. Klik in de kolom Property op Installatieassistent voor GA4. Dat is de eerste optie in de kolom Property.

    Verschijnt de Installatieassistent voor GA4 niet? Als Property-instellingen grijs wordt weergegeven in de kolom Property, heeft u alleen rechten in de weergave maar niet in de property of het account. Neem contact op met de persoon in uw organisatie die de beheerdersrol heeft voor uw Google Analytics-account en vraag of u moet migreren.
  6. Zoek in de Installatieassistent voor een Google Analytics 4-property een rode of groene melding met de tekst Niet gekoppeld of Gekoppeld.
    • Als de melding rood is en er staat Niet gekoppeld, moet u migreren.

    • Als de melding rood is en er staat Niet gekoppeld, en er staat ook 'U heeft geen rechten voor bewerken. Neem contact op met uw accountbeheerder.' dan is migreren noodzakelijk, maar heeft u niet de juiste rechten. Uw accountbeheerder is iemand in uw organisatie met de beheerdersrol voor uw Google Analytics-account. Laat die persoon weten dat uw property moet worden gemigreerd.

    • Als de melding groen is en er staat Gekoppeld, bent u al begonnen met migreren. Ga door met de volgende stappen.

Een GA4-property maken

Als u de Installatieassistent voor GA4 wilt gebruiken, heeft u de rol Bewerker of Beheerder voor het account nodig. U kunt de tool gebruiken, ongeacht of u op uw websitepagina's een Google Analytics-tag (gtag.js of analytics.js), een Google Ads-tag (gtag.js) of een Google Tag Manager-container gebruikt.

  1. Klik in Google Analytics op Instellingen Beheerder (linksonder).
  2. Zorg ervoor dat in de kolom Account het gewenste account is geselecteerd. (Als u maar 1 Google Analytics-account heeft, is dat al geselecteerd.)
  3. Selecteer in de kolom Property de UA-property die momenteel gegevens verzamelt voor uw website.
  4. Klik in de kolom Property op Installatieassistent voor GA4. Dat is de 1e optie in de kolom Property.
    Wordt de Installatieassistent voor GA4 niet getoond? Als alleen Property-instellingen grijs wordt weergegeven in de kolom Property, heeft u rechten in de weergave maar niet in de property of het account. U moet de rol Bewerker of de beheerdersrol hebben voor het account om de tool te kunnen gebruiken.
  5. Kies hoe u uw Universal Analytics-property wilt migreren. De beschikbare opties kunnen variëren:
    • Ik wil een nieuwe Google Analytics 4-property maken:
      Migreer uw basisinstellingen, waaronder de migratie van uw tags, de activering van Google-signalen en remarketinginstellingen. Met deze optie worden doelen, doelgroepen, links en biedingen niet gemigreerd in Google Ads.

      Klik op Aan de slag om deze optie te gebruiken. (Ga verder met stap 6.)
       
    • Ik wil dat er een nieuwe Google Analytics 4-property voor mij wordt ingesteld, zo veel mogelijk afgestemd op de instellingen van deze property:
      Migreer uw basisinstellingen, plus aanvullende configuraties, waaronder doelen, doelgroepen, links en bieden in Google Ads. (Deze optie volgt hetzelfde proces als de automatisch gemaakte GA4-property's. Meer informatie over hoe dit werkt)

      Als u deze optie wilt gebruiken, klikt u op Een nieuwe property maken en instellen. Op de pagina Een nieuwe Google Analytics 4-property maken kunt u de optie Gegevensverzameling met bestaande tags aanvinken om uw bestaande tags in de migratie op te nemen. Klik daarna op Property maken.
      Opmerking: De volledige migratie kan tot 5 werkdagen duren. We sturen e-mailmeldingen om gebruikers te informeren over nieuwe GA4-property's.
  6. (Als u in stap 5 Ik wil een nieuwe Google Analytics 4-property maken heeft gekozen) Op de pagina Een nieuwe Google Analytics 4-property maken heeft u een van de volgende opties: volgende opties, afhankelijk van hoe uw site momenteel is getagd:
  7. (Als u in stap 6 Maken en doorgaan heeft gekozen) Installeer de Google-tag handmatig op de pagina Een Google-tag instellen (de 1e optie hieronder) of selecteer de optie die uw situatie het best beschrijft en volg de instructies om uw nieuwe GA4-property te maken.

    Sommige van de volgende opties worden getoond, afhankelijk van hoe de site is ingesteld.
     

    Handmatig installeren

    Kies deze optie in een van de volgende gevallen:

    • Uw websitebouwer/CMS ondersteunt de Google-tag (gtag.js) nog niet.
    • U of uw webontwikkelaar tagt uw website handmatig
    • Uw website is getagd met analytics.js
    • U gebruikt Google Tag Manager.

    De Google-tag handmatig installeren

    Als u Handmatig installeren selecteert, ziet u het JavaScript-fragment voor de Google-tag.

    U kunt een koppeling instellen tussen uw website en Google Analytics door de hele Google-tag te kopiëren en te plakken in de code van elke pagina van uw website, onmiddellijk na het <head>-element. Voeg maximaal één Google-tag toe aan elke pagina.

    Uw Google-tag is het hele codefragment dat begint met:

    <!-- Google-tag (gtag.js) -->

    en eindigt met

    </script>

    Als u een websitebouwer of contentmanagementsysteem (CMS) gebruikt waarin de Google-tag nog niet wordt ondersteund, kopieert u de hele Google-tag en plakt u deze in het aangepaste HTML-veld van het platform.

    Klik daarna op Klaar om uw nieuwe GA4-property te maken.

    Nadat u de tag heeft ingesteld, moet u de instellingen voor de Google-tag opgeven.

    Als uw website is getagd met analytics.js, hetzij handmatig of met een CMS

    Als uw website handmatig is getagd met analytics.js, moet u de oude analytics.js-tag niet verwijderen als u de Google-tag toevoegt (hierboven). De tag analytics.js blijft gegevens verzamelen voor uw UA-property. De Google-tag (gtag.js) die u toevoegt, verzamelt gegevens voor uw nieuwe GA4-property.

    Als u een websitebouwer/CMS gebruikt waarmee de analytics.js-tag op uw pagina's wordt geplaatst, kunt u de aangepaste HTML-functie gebruiken om de Google-tag aan uw pagina's toe te voegen. Laat de tag analytics.js staan, zodat Analytics nog steeds gegevens naar uw UA-property stuurt.

    In de volgende tabel staan websitebouwers/CMS'en die gebruikmaken van analytics.js en vereisen dat u de Google-tag als aangepaste HTML toevoegt, zodat u beide tags op uw site kunt plaatsen.

    Kopieer en plak uw Google-tag in uw website met de aangepaste HTML-functie van uw CMS.

    Controleer in het Realtime-rapport of u gegevens binnenkrijgt.

    Websitebouwer/CMS Opties voor het toevoegen van aangepaste HTML
    Blogger Instructies
    Cart.com Neem contact op met Cart.com-support voor instructies
    Salesforce (Demandware) Neem contact op met Salesforce-support voor instructies
    VTEX Neem contact op met VTEX-support voor instructies
    Weebly Instructies
    Als u de tag toevoegt met Google Tag Manager

    Voor basisgegevensverzameling volgt u de instructies in het Helpcentrum van Google Tag Manager om de tag Google Analytics: GA4-configuratie toe te voegen met uw Google Tag Manager-account.

    Als u klaar bent, klikt u op Klaar in de Installatieassistent voor GA4 om de gekoppelde GA4-property te maken.

    Installeren met een CMS of een websitebouwer

    Als u uw site beheert met bepaalde websitebouwers of contentmanagementsystemen (CMS), zoals Wix of Duda, kunt u het instellen van de Google-tag afronden zonder de code te wijzigen.

    Als u uw site beheert via een van de platforms op de pagina Installatie-instructies, selecteert u het platform en volgt u de instructies om het instellen van de Google-tag af te ronden zonder wijzigingen aan te brengen in uw code.

    Klik daarna op Klaar om uw nieuwe GA4-property te maken.

    Als de Google-tag nog niet wordt ondersteund op uw platform, gebruikt u de vorige optie, Handmatig installeren.

    We updaten de CMS-instructies voortdurend om het zo makkelijk mogelijk te maken om uw Google-tag in te stellen. Als u uw platform niet op de pagina Installatie-instructies ziet, kunt u uw Google-tag-ID misschien toch in uw websitebouwer of CMS plakken. Voordat u handmatig installeert, zoekt u uw platform in deze lijst.

    Ontdek meer informatie over hoe u uw Google-tag installeert met een websitebouwer.

    Installeren met {CMS}

    U krijgt deze optie omdat Google een integratie tussen uw site en een specifiek contentmanagementsysteem (CMS) heeft vastgesteld. Met deze optie kunt u de bestaande CMS-integratie gebruiken om de instelling van de Google-tag af te ronden zonder wijzigingen in uw code aan te brengen.

    Volg de instructies om de instelling van de Google-tag af te ronden zonder wijzigingen in uw code aan te brengen. Klik daarna op Bevestigen om uw nieuwe GA4-property te maken.

    Als de Google-tag nog niet wordt ondersteund op uw platform, gebruikt u de vorige optie, Handmatig installeren.

    We updaten de CMS-instructies voortdurend om het zo makkelijk mogelijk te maken om uw Google-tag in te stellen. Als u uw platform niet op de pagina Installatie-instructies ziet, kunt u uw Google-tag-ID misschien toch in uw websitebouwer of CMS plakken. Voordat u handmatig installeert, zoekt u uw platform in deze lijst.

    Meer informatie over hoe u uw Google-tag installeert met een websitebouwer

    Een Google-tag gebruiken die u al heeft

    Selecteer deze optie om een bestaande Google-tag waartoe u beheerderstoegang heeft, opnieuw te gebruiken.

    Klik op Een tag kiezen. U ziet:

    • Een lijst van tags waartoe u beheerderstoegang heeft. (Als u de gezochte tag niet ziet, heeft u misschien niet de juiste gebruikerstoestemming om wijzigingen in die Google-tag aan te brengen.)
    • Tag-ID's.
    • Of de tag op uw website is gevonden. Kies een tag met de naam Op site om de instelling af te ronden zonder wijzigingen aan te brengen in de code van uw site. Als u een tag kiest met het label Niet gevonden, moet u de tag misschien installeren. (Als uw site weinig verkeer oplevert, wordt uw tag misschien getoond als Niet gevonden.)
    • De bestemmingen die aan de tag zijn gekoppeld.

    Selecteer de Google-tag die u wilt gebruiken en klik op Bevestigen om het maken van uw nieuwe GA4-property af te ronden.

    Gebruikers in uw property worden als gebruikers in de tag toegevoegd. Ontdek meer informatie over het beheer van uw Google-tag.

    De Google-tag gebruiken die op uw website is gevonden

    Gebruik de tag die op uw website is gevonden om de instelling uit te voeren zonder extra wijzigingen in de code van uw site aan te brengen. Google voegt de Google Analytics-property toe aan de tag op uw site.

    Een andere Google-tag gebruiken

    Kies deze optie als Google een tag op uw website heeft gevonden, maar u een andere tag wilt gebruiken dan de tag die Google heeft gevonden.

    Nieuwe Google-tag maken

    Kies deze optie als Google een tag op uw website heeft gevonden, maar u in plaats daarvan handmatig een nieuwe Google-tag op uw website wilt installeren.

    De Google-tag handmatig installeren

    Als u deze optie selecteert, wordt het JavaScript-fragment voor de Google-tag getoond.

    U kunt een koppeling instellen tussen uw website en Google Analytics door de hele Google-tag te kopiëren en te plakken in de code van elke pagina van uw website, onmiddellijk na het <head>-element. Voeg maximaal één Google-tag toe aan elke pagina.

    Uw Google-tag is het hele codefragment dat begint met:

    <!-- Google-tag (gtag.js) -->

    en eindigt met

    </script>

    Als u een websitebouwer of contentmanagementsysteem (CMS) gebruikt waarin de Google-tag nog niet wordt ondersteund, kopieert u de hele Google-tag en plakt u deze in het aangepaste HTML-veld van het platform.

    Klik daarna op Klaar om uw nieuwe GA4-property te maken.

    Nadat u de tag heeft ingesteld, geeft u de instellingen voor de Google-tag op.

Het instellen van uw nieuwe GA4-property afronden

Als u klaar bent, ziet u Uw property's zijn gekoppeld bovenaan de pagina Installatieassistent voor een Google Analytics 4-property.

Noteer de naam van uw GA4-property zodat u deze later kunt terugvinden. Als de naam van uw Universal Analytics-property Voorbeeldproperty is, heeft uw GA4-property de naam Voorbeeldproperty - GA4.

Klik op Uw GA4-property bekijken om de Installatieassistent in uw nieuwe GA4-property te openen. Met de Installatieassistent in Google Analytics 4-property's kunt u door aanbevolen functies en instellingen navigeren om uw GA4-property in te stellen.

Het kan tot 30 minuten duren voordat er gegevens verschijnen in uw nieuwe GA4-property.

U kunt controleren of er gegevens worden verzameld door op uw website te browsen en daarna Realtime te selecteren in de rapportnavigatie. Als het goed is, staat er nu activiteit in het Realtime-rapport. U kunt ook naar [UA→GA4] Rapporten van Google Analytics 4 en Universal Analytics vergelijken gaan om de rapporten die u kent in Universal Analytics te vergelijken met de overeenkomende rapporten in uw nieuwe Google Analytics 4-property.

Als u een bestaand Firebase-project heeft, kunt u deze GA4-property hieraan koppelen. U moet dat doen vanuit Firebase. Meer informatie

Gefeliciteerd! U heeft nu het belangrijkste deel van de migratie naar GA4 afgerond. Er zijn nog 2 extra stappen die we adverteerders aanraden, maar die zijn niet voor iedereen noodzakelijk.

  1. Google-signalen aanzetten: dit is snel en eenvoudig. Volg de stappen hieronder.
  2. Uw Universal Analytics-doelen migreren naar GA4: dit is ingewikkelder, maar is niet nodig, tenzij u de doelen die u in Universal Analytics had, opnieuw wilt gebruiken als belangrijke gebeurtenissen in GA4. Dit kan belangrijk zijn voor u, met name als u in Google Ads biedt op uw UA-doelen. Volg de stappen hieronder. (Als u niet weet wat Universal Analytics-doelen zijn, kunt u de GA4-migratie als afgerond beschouwen.)

GA4-migratiemeldingen verwijderen

Als u de GA4-migratie heeft afgerond, maar u één of beide van de volgende meldingen ziet, volgt u de onderstaande instructies om deze niet meer te zien.

  • 'Het instelproces voor deze property is niet afgerond. De instellingen kunnen voor u worden afgerond op basis van uw oorspronkelijke Universal Analytics-property (UA), tenzij u zich hiervoor afmeldt in de gekoppelde UA-property.'
  • 'Sommige instellingen van uw oorspronkelijke Universal Analytics-property (UA) kunnen automatisch worden toegevoegd aan deze Google Analytics 4-property. Als u deze instellingen niet automatisch wilt toevoegen, gaat u naar de Installatieassistent in de gekoppelde UA-property om u af te melden.'
  1. Klik in Beheerder links in het scherm op Installatieassistent.
  2. Als het volgende bericht verschijnt: Dit is uw GA4-property. Uw gekoppelde Universal Analytics-property verandert niet, klikt u op Gekoppelde property openen.
  3. Er wordt een afteltimer weergegeven met het bericht Bijna klaar: migratie naar Google Analytics 4 (GA4) afronden. Klik op Nee, bedankt.
  4. Zet de schakelaar Automatisch een eenvoudige Google Analytics 4-property instellen uit.
  5. Klik op Naar uw GA4-property om terug te gaan naar uw GA4-property.
  6. Markeer alle taken als voltooid zodat u de melding Deze property is niet volledig ingesteld. U kunt de checklist met aanbevolen instellingen afronden in de Installatieassistent. niet meer ziet.
    1. Klik voor elke taak op de pijl helemaal rechts.
    2. Selecteer Markeren als afgerond.

De volgende keer dat u deze GA4-property opent, ziet u de meldingen niet meer. (De meldingen verdwijnen niet onmiddellijk nadat u deze stappen heeft voltooid.)

Omdat de GA4-migratie nu is afgerond, kunt u de rest van dit artikel negeren.

Google-signalen aanzetten

Als u Google-signalen aanzet, kunt u aanvullende gegevens verzamelen over gebruikers die advertentiepersonalisatie hebben aangezet en die zijn ingelogd op hun Google-accounts.
  1. Zoek in de Installatieassistent naar Google-signalen aanzetten en klik rechts van de rij op het menu Acties Pijl vooruit.
  2. Klik op Google-signalen beheren.
  3. Klik op de pagina Gegevensverzameling door Google-signalen op Aan de slag.
  4. Klik op de pagina Google-signalen activeren op Doorgaan.
  5. Klik op Activeren.

Uw doelen migreren

  1. Ga terug naar de pagina Installatieassistent. 
  2. Zoek Belangrijke gebeurtenissen instellen en klik op het menu Acties rechts van de rij.
  3. Klik op Importeren uit Universal Analytics.
  4. Selecteer de doelen die u opnieuw wilt maken als belangrijke gebeurtenissen in uw nieuwe Google Analytics 4-property. (U ziet standaard een vinkje naast al uw doelen. Verwijder de vinkjes bij alle doelen die u niet opnieuw in uw GA4-property wilt maken.)
  5. Klik rechtsboven op Geselecteerde belangrijke gebeurtenissen importeren.

Linksonder in het scherm wordt een bevestigingsbericht getoond als uw geselecteerde doelen opnieuw zijn gemaakt als belangrijke gebeurtenissen in uw Google Analytics 4-property.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
1483596466810294030
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
69256
false
false