In dit artikel:
Overzicht van 2 Analytics-accounts
In het volgende diagram worden 2 mogelijke configuraties van Analytics-accounts getoond. Liz heeft in dit voorbeeld zowel een persoonlijk Analytics-account als een bedrijfsaccount dat ze deelt met collega's. Met haar bedrijfsaccount houdt ze de website van het bedrijf (googleanalytics.com
) bij.
In onderstaande tabel met 2 Analytics-accounts als voorbeeld wordt dit verduidelijkt aan de hand van een gedetailleerd scenario voor de voorbeelden in het diagram.
In de rest van dit artikel worden in detail de onderdelen van Google Analytics-accountbeheer beschreven.
U heeft een Google-account nodig om Analytics te gebruiken
De meeste Google-producten, zoals Google Agenda, Blogger en Gmail, gebruiken Google-accounts voor de verificatie van gebruikers. Een Google-account is een uniform inlogsysteem voor eenvoudig gebruik van meerdere Google-producten. Wanneer u bent ingelogd op uw Google-account, heeft u automatisch toegang tot elk product waarvoor u zich heeft aangemeld. Als u wilt inloggen op een Google-account, heeft u het volgende nodig:
- Een e-mailadres: Dit ziet er meestal als volgt uit:
gebruikersnaam@gmail.com
. Liz logt bijvoorbeeld in bij Analytics met haar e-mailadresliz@gmail.com
. - Een wachtwoord: Als Liz met haar e-mailadres en wachtwoord is ingelogd bij Gmail, is ze automatisch ook ingelogd bij de webinterface van Analytics en hoeft ze niet nog eens in te loggen om haar rapporten te bekijken.
Ook Analytics gebruikt Google-accounts voor de verificatie van gebruikers. In het voorbeeld in het bovenstaande overzicht worden de fictieve gebruikersnamen liz
, jim
en sue
gebruikt ter illustratie van de mogelijke gebruikersnamen voor Google-accounts.
U moet zijn ingelogd met het e-mailadres en wachtwoord van uw geregistreerde Google-account om Analytics te gebruiken. Als u geen Google-account heeft, kunt u hier een Google-account maken. Beschikt u over een Google-account, dan heeft u niet automatisch toegang tot Google Analytics. Hiervoor moet u zich afzonderlijk aanmelden. Dit hoeft slechts eenmaal en is heel eenvoudig.
Ga naar het Helpcentrum van Google-accounts voor meer informatie.
Analytics-accounts
Met een Google Analytics-account kunt u via Google Analytics property's (bijvoorbeeld websites, mobiele apps of apparaten op verkooppunten) een naam geven en bepalen hoe u de prestaties hiervan wilt bijhouden. Elke Google Analytics-gebruiker heeft de beschikking over minstens één account. Dit kan een account zijn dat gebruikers zelf hebben gemaakt, maar ook een account waartoe iemand anders ze toegang heeft gegeven. In elk Analytics-account wordt ten minste één property (zoals een website) bijgehouden. Zoals hierboven wordt weergegeven, kunt u met uw Google Analytics-account één property of meerdere afzonderlijke property's bijhouden. Dit is afhankelijk van de gebruiksvereisten.
Een bepaalde webproperty moet slechts in één Google Analytics-account worden bijgehouden. Het wordt afgeraden om één webproperty in verschillende Analytics-accounts bij te houden.
U hoeft niet afzonderlijk in te loggen voor elk Analytics-account dat u heeft, In het bovenstaande voorbeeld logt Liz in bij Google Analytics met het e-mailadres van haar Google-account (liz@gmail.com). Ze kan vervolgens alle Analytics-accounts selecteren die ze gebruikt.
Organisatie van Analytics-accounts
Als u Analytics gebruikt om één website bij te houden, is organisatie van uw account eenvoudig: u heeft één account voor uw website. Als u Analytics-accounts wilt instellen voor het beheer van meerdere websites, moet u rekening houden met het volgende:
- Elk Analytics-account kan maximaal 2000 property's hebben en elke property kan maximaal 25 weergaven hebben. Neem contact op met een supportmedewerker als u meer property's of weergaven nodig heeft.
- U kunt gebruikers weergaverechten (Gebruikers beheren, Bewerken, Samenwerken, Lezen en analyseren) verlenen voor het volgende:
- Een Analytics-account
- Een property in een Analytics-account
- Een weergave in een property
Bekijk de volgende manieren waarop een Analytics-account kan worden gebruikt:
- Alle property's bijhouden van één persoon of organisatie.
U kunt bijvoorbeeld een Analytics-account hebben voor uw persoonlijke webproperty's, met de naam Mijn persoonlijke account. In dit account houdt u uw persoonlijke website en uw blog bij, wat afzonderlijke property's zijn. In dit geval gebruikt u één trackingcodefragment op de pagina's van uw website en gebruikt u een ander trackingcodefragment voor uw blog.
U kunt ook verschillende Analytics-accounts instellen voor verschillende groepen of stakeholders. Als u bijvoorbeeld de gegevens van 2 bedrijven bijhoudt in Analytics, kunt u een afzonderlijk Analytics-account maken voor de websites van elk van beide bedrijven. U wilt hierbij waarschijnlijk beheerderstoegang toekennen aan personen bij elk bedrijf. Om te voorkomen dat deze bedrijven gevoelige rapportagegegevens aan elkaar blootstellen, is het nuttig om de websites van afzonderlijke bedrijven in afzonderlijke accounts bij te houden.
- Eén property bijhouden.
Een Analytics-account is standaard bedoeld voor de tracking van ten minste één property. Dit is echter ook een goede manier om Analytics in te stellen als de site of app die u bijhoudt, groot is en een aantal bijdragers heeft die de rapporten van deze property willen bekijken. Op deze manier komt de verzameling van weergaven in een account overeen met dezelfde property.
Stel dat u de beheerder bent van example.com. Deze website heeft een aantal subdirectory's. Als elke afdeling het eigen gedeelte van de site of app onafhankelijk van anderen wil bijhouden, kunt u afzonderlijke rapportageweergaven in het account maken die elk alleen de gegevens van een bepaald gedeelte bevatten. In dit scenario installeert u eenmalig de trackingcode voor de site of app. De verschillende rapportageweergaven komen vervolgens tot stand dankzij de weergaven en de bijbehorende filters.
ID van Analytics-account
Wanneer u een account maakt in Analytics, wordt aan dat account een unieke ID toegewezen. Deze ID maakt deel uit van de trackingcode die wordt ingevoegd in de broncode van uw site of app. Als de trackingcode voor uw site bijvoorbeeld property-ID UA-10876-1 gebruikt, is het nummer in het midden (10876) de account-ID.
Analytics-property's
Een property is een website, mobiele app of apparaat (bijvoorbeeld een kiosk of een apparaat op een verkooppunt). Een account kan een of meer property's bevatten.
In de Analytics-trackingcode heeft de property voor een rapportageweergave een unieke ID. Dit is een combinatie van de account-ID en extra tekens. Deze property-ID koppelt een property aan een of meer weergaven in een Analytics-account. U kunt de ID vinden in het gedeelte Beheerder van Analytics. U kunt ook zoeken op UA in de broncode van uw webpagina of app. Voor de property-ID UA-10876-1 geldt het volgende:
- 10876 is het accountnummer.
- 1 is een property in het account. Voor een 2e weergave voor hetzelfde account die een extra property bijhoudt, kan de property-ID UA-10876-2 zijn.
Analytics-weergaven
De weergave voor een Analytics-account is het uitgangspunt voor de rapporten: de weergave bepaalt welke gegevens van uw property in de rapporten worden weergegeven. Houd er bij weergaven altijd rekening mee dat een Analytics-account 1 property of verschillende afzonderlijke property's kan bijhouden, zoals geïllustreerd in het bovenstaande voorbeeld.
U kunt in een property meer dan één weergave maken en filters toepassen voor afzonderlijke rapportageweergaven van de property. Lees Dataweergavefilters maken en beheren voor meer informatie over de configuratie van weergaven.
Een hoofdweergave gebruiken
Als u tracking instelt voor een Analytics-account, is het verstandig de eerste weergave voor een property in te stellen als hoofdweergave. Een hoofdweergave moet geen filters hebben waarmee gedeelten van de gegevens van de website of app die wordt bijgehouden, worden uitgesloten of opgenomen. Hierdoor krijgt u een weergave waarin alle historische gegevens voor de property aanwezig zijn vanaf het moment waarop de tracking is gestart.
Als u geen hoofdweergave instelt, maar weergaven heeft met filters die bepaalde gedeelten van uw website uitsluiten, beschikt u niet over gegevens voor de gedeelten die zijn uitgesloten door het filter. Stel dat u hoofdzakelijk bent geïnteresseerd in het bijhouden van gebruikers van uw website die zich in de Verenigde Staten bevinden. Als u een filter instelt voor één weergave dat alleen verkeer uit de Verenigde Staten opneemt, kunt u nooit de gegevens over paginaweergaven van buiten de Verenigde Staten bekijken.
Als u gefilterde weergaven wilt, raden we u aan om 2 weergavetypen in te stellen: een om alle gedeelten van de website of app en alle gebruikers bij te houden en een (of meer) voor een bepaald doel, waarin bepaalde gegevens worden uitgesloten. De hoofdweergave moet de eerste weergave zijn die u voor uw website instelt.
Weergaven en historische gegevens
Wanneer u een weergave voor een website instelt, worden gegevens bijgehouden zodra de trackingcode is geïnstalleerd op de website en de browser van een gebruiker een pagina laadt. Als u al een werkende weergave heeft voor een bestaande website en u later een extra weergave toevoegt, bevat de extra weergave niet de historische gegevens die u kunt zien in de eerder gemaakte weergave.
Stel dat u in juni 2009 een ongefilterde weergave heeft ingesteld voor uw website en u al het verkeer voor de website ging bijhouden. In september 2009 maakte u vervolgens een extra weergave met de naam Verkoop. Deze weergave verzamelt uitsluitend gegevens voor de verkoopdirectory van de website. Als gebruikers van de weergave Verkoop rapportagegegevens zoeken uit juli 2009, zijn er geen gegevens voor die periode beschikbaar. De gegevens zijn beschikbaar in de eerste weergave, maar deze kunnen niet worden gekopieerd naar de weergave Verkoop.
Gefilterde weergaven
Het is vaak handig om meerdere weergaven voor één property te hebben. Elke weergave kan filters hebben waarmee u bepaalde typen gegevens kunt opnemen of uitsluiten. U kunt gefilterde weergaven ook gebruiken om ervoor te zorgen dat er alleen content op een specifiek domein wordt bijgehouden, om bepaald verkeer uit te sluiten van rapporten (zoals intern verkeer) of om moeilijk te lezen queryparameters op de pagina te vervangen door eenvoudiger gevisualiseerde pagina-URI's. Lees Over weergavefilters voor informatie over de typen filters die beschikbaar zijn voor weergaven en hoe u deze instelt.
Tenzij u de gebruikerstoegang via de rapportageweergaven wilt beperken, is het niet nodig weergaven in te stellen uitsluitend om bepaalde gedeelten van de site te bekijken of om het voor uw accountgebruikers gemakkelijker te maken rapporten te bekijken. In veel gevallen kunnen uw gebruikers de hoofdweergave openen en kunnen ze via het menu Gedetailleerd inhoudsrapport hun gedeelte van de website of app selecteren. Daar kunnen ze ook segmenten gebruiken om alleen de gegevens te filteren waarin ze zijn geïnteresseerd. De gefilterde gegevens kunnen worden gebruikt om statistieken op hun set pagina's of schermen te vergelijken met die van de gehele website of app.
Analytics-rapporten delen
U deelt uw Analytics-rapporten met andere mensen die een Google-account hebben. De gebruikers die uw rapporten willen bekijken, moeten toegang tot Analytics eerst aanzetten in hun Google-account (zie google.com/analytics voor meer informatie).
Als u uw rapporten deelt met andere gebruikers, kunt u beheren welke rapporten ze kunnen bekijken door rechten toe te wijzen voor een specifiek account dat het rapport bevat dat u wilt delen. Zodra gebruikers toegang hebben tot uw account, kunt u ook bepalen welke weergave ze kunnen openen. Als u bijvoorbeeld voor uw collega's de Analytics-rapporten voor uw gadget beschikbaar wilt maken, maar niet die voor uw blog of uw website, kunt u ze toegang geven tot uw account en dan alleen tot de weergave die u heeft ingesteld om uw gadget bij te houden.
Als uw collega's toegang hebben tot de rapporten, wordt de accountnaam als afzonderlijke selectie weergegeven in het dropdownmenu Accounts van de beheerdersinterface. Wanneer ze het account in het menu selecteren, krijgen ze alleen de weergaven te zien waarvoor u ze toegang heeft gegeven. Op deze manier kunt u de toegang tot uw Analytics-rapporten op verschillende niveaus beheren. Het is gebruikelijk dat gebruikers van Google Analytics toegang hebben tot verschillende accounts, zowel hun eigen accounts als die van anderen.
2 Analytics-accounts als voorbeeld
Deze tabel geeft een gedetailleerd scenario van het bovenstaande overzicht van 2 Analytics-accounts.Accountnaam | Weergavenaam | URL | Property-ID | Beschrijving |
---|---|---|---|---|
Mijn persoonlijke account | Mijn blog | example.blogspot.com |
UA-18988-2 |
Een van de webproperty's die Liz in Google Analytics bijhoudt, is een persoonlijke blog. Ze heeft voor deze property slechts één weergave nodig: Mijn blog. De trackingcode voor haar blog bevat de webproperty-ID. Met deze ID wordt haar blog gekoppeld aan alle weergaven die de blog bijhouden. Liz selecteert de weergave Mijn blog om rapporten voor de blog weer te geven. In de rapporten voor Mijn blog wordt alleen gebruikersverkeer weergeven voor |
Mijn website | www.example.com |
UA-18988-1 |
Liz heeft een tweede website met een ander domein dan haar blog. Ze wil afzonderlijke trackingrapporten voor elke property. De website heeft daarom een unieke webproperty-ID. De trackingcode voor haar site verwijst naar deze ID en met deze ID wordt de website gekoppeld aan de weergave Mijn website. Deze weergave is ongefilterd, dus de rapporten geven al het gebruikersverkeer weer voor |
|
Mijn gadgets | 84632.gmodules.com |
UA-18988-3 |
Naast haar blog en haar website heeft Liz ook een gadget die ze wil bijhouden. De gadget wordt gehost op het domein |
|
Account van mijn team | Hoofdweergave | googleanalytics.com |
UA-10876-1 |
Liz heeft toegang tot het Analytics-account met de naam Account van mijn team, samen met andere teamleden. De property-ID maakt, net als bij andere websites, deel uit van de trackingcode die op de webpagina's is geïnstalleerd. Deze weergave is de hoofdweergave waarin al het gebruikersverkeer wordt verzameld voor alle gedeelten van de website De toegang tot weergaven kan door afzonderlijke accountgebruikers worden beperkt. Daarom heeft alleen Sue toegang tot de rapporten in de hoofdweergave. De leden van het verkoop- en marketingteam kunnen de rapporten in deze weergave niet zien, omdat ze geen toegang tot deze weergave hebben gekregen. |
Verkoop | googleanalytics.com/sales |
UA-10876-1 |
In dit account wordt in de weergave Verkoop dezelfde property bijgehouden als in de hoofdweergave (de website Gebruikersactiviteit in andere gedeelten van de site wordt door deze weergave gezien als 'buiten' de site. Het totale aantal paginaweergaven is bijvoorbeeld alleen van toepassing op dit gedeelte van de site en niet op de volledige site Toegang tot deze weergave is alleen beschikbaar voor Sue en de leden van het verkoopteam, waaronder Liz en Jim. |
|
Marketing | googleanalytics.com/marketing |
UA-10876-1 | Net als de weergave Verkoop wordt in de weergave Marketing de website googleanalytics.com bijgehouden, maar door het filter wordt alleen verkeer naar googleanalytics.com/marketing opgenomen. In dit voorbeeld hebben alleen Sue en Jim toegang tot de rapporten in de weergave Marketing. |
Gerelateerde bronnen
De hiërarchie van accounts, gebruikers, property's en dataweergaven