Melding

Duet AI heet nu Gemini voor Google Workspace. Meer informatie

Aangepaste instellingen voor Windows 10- of 11-apparaten toevoegen, bewerken of verwijderen

Deze functies worden ondersteund in de volgende versies: Frontline Starter en Frontline Standard, Business Plus, Enterprise Standard en Enterprise Plus, Education Standard, Education Plus en Endpoint Education Upgrade, Enterprise Essentials en Enterprise Essentials Plus en Cloud Identity Premium. Versies vergelijken

Als beheerder kunt u aangepaste instellingen gebruiken om apparaatinstellingen en -functies te configureren op de Microsoft Windows 10- of 11-apparaten van uw organisatie. Dit is een snelle manier om beleidsinstellingen toe te voegen die niet kunnen worden ingesteld in de Beheerdersconsole. U kunt bijvoorbeeld instellen dat de camera op een apparaat niet kan worden gebruikt, firewall-instellingen configureren of niet-ondertekende apps blokkeren.

Voordat u begint: Schakel Windows-apparaatbeheer in om aangepaste instellingen toe te passen.

Een nieuwe aangepaste instelling toevoegen

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenMobiel en eindpuntenand thenInstellingenand thenWindows.
  3. Klik op Aangepaste instellingen.
  4. Klik op Een aangepaste instelling toevoegen.
  5. Vul deze velden in:
    • Naam: Voer een unieke naam in voor de aangepaste instelling zodat u deze kunt herkennen in de lijst met instellingen. Opmerking: De naam wordt geüpdatet als u een van de vooraf ingestelde OMA-URI-instellingen selecteert.
    • OMA-URI: Dit veld bevat automatisch aanvullen, zodat u een apparaatinstelling of -functie kunt zoeken die door Google is toegevoegd. U kunt zoeken op functienaam of Open Mobile Alliance Uniform Resource Identifier-waarde (OMA-URI). Als u bijvoorbeeld het woord camera invoert, worden alle OMA-URI-waarden voor de camera weergegeven. U kunt ook lookups uitvoeren met een specifieke OMA-URI-waarde, zoals PreventEnablingLockScreenCamera.
    • Gegevenstype: Het juiste gegevenstype wordt ingesteld voor de geselecteerde OMA-URI.
    • Waarde: Voer de gegevenswaarde in die u wilt koppelen aan de OMA-URI. De waarde hangt af van het OMA-URI-gegevenstype.
    • Beschrijving (optioneel): Voer een beschrijving in met een overzicht van de aangepaste instelling en eventuele andere belangrijke informatie.

    Ga voor voorbeelden naar Veelgebruikte aangepaste instellingen voor Windows 10- of 11-apparaten en Apps blokkeren met aangepaste instellingen. Neem de Microsoft-documentatie door voor andere instellingen.

    Opmerking: Google biedt geen technische support voor producten of instellingen van derden. GOOGLE IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR PRODUCTEN VAN DERDEN. Bekijk de website van het product voor de nieuwste informatie over instellingen en support.

  6. Klik op Volgende om door te gaan en de organisatie-eenheid te selecteren waarop de aangepaste instelling van toepassing is, of klik op Nog een toevoegen om nog een instelling toe te voegen. Aanvullende beleidsregels worden pas toegepast op een organisatie-eenheid als u op Volgende klikt en de organisatie-eenheid selecteert.
  7. Kies de organisatie-eenheid waarop u het beleid wilt toepassen.
  8. Klik op Toepassen.

Een aangepaste instelling bewerken

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenMobiel en eindpuntenand thenInstellingenand thenWindows.
  3. Klik op Aangepaste instellingen.
  4. Klik links op een organisatie-eenheid waarop de aangepaste instelling van toepassing is.
  5. Plaats de muisaanwijzer op de aangepaste instelling die u wilt bewerken en klik op Bewerken.
  6. Update de naam, waarde of beschrijving en klik op Toepassen. Als de aangepaste instelling geldt voor een onderliggende organisatie-eenheid, kunt u op Overschrijven klikken. Meer informatie over acties voor aangepaste instellingen.

Een aangepaste instelling verwijderen

Als u een beleidsinstelling verwijdert, wordt voor de instelling de status teruggezet die de instelling had voordat het beleid werd toegepast.

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenMobiel en eindpuntenand thenInstellingenand thenWindows.
  3. Klik op Aangepaste instellingen.
  4. Klik links op een organisatie-eenheid waarop de aangepaste instelling van toepassing is.
  5. Vink het vakje aan naast elke aangepaste instelling die u wilt verwijderen en klik op Geselecteerde verwijderen.
    • Als de aangepaste instelling was overgenomen van een bovenliggende organisatie-eenheid, wordt het beleid uitgegrijsd, waardoor het inactief wordt voor die onderliggende organisatie-eenheid.
    • Als de aangepaste instelling niet was overgenomen, wordt het beleid verwijderd.

Gerelateerde onderwerpen


Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
14306723864444827901
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false