Melding

Duet AI heet nu Gemini voor Google Workspace. Meer informatie

Servers van derden instellen voor e-mail van IP-adressen van Google

Als beheerder kunt u e-mails van Google Workspace laten doorsturen naar een e-mailserver of service op locatie. U kunt bijvoorbeeld e-mails sturen naar Exchange-mailboxen, naar een ticketsysteem of naar andere systemen op locatie.

Stel hiervoor uw e-mailserver en firewall op locatie in om e-mail van servers met IP-adressen van Google te accepteren. We raden u aan geen e-mail van niet-Google-IP-adressen toe te voegen aan uw e-mailsysteem. Als u servers met niet-Google IP-adressen toestaat verbinding te maken met uw e-mailsysteem, biedt Google geen aanvullende filters. U loopt dan mogelijk risico op schadelijke berichten en spam.

Belangrijk: Als u van een andere e-mailservice overstapt naar Google Workspace, raden we u aan zo snel mogelijk de stappen in het artikel te volgen om te voorkomen dat uw e-mailservice wordt onderbroken.

Voordat u begint: de huidige IP-adresbereiken van Google ophalen

Google beheert een wereldwijde infrastructuur die dynamisch groeit om aan de vraag tegemoet te komen. De e-mailservers van Google gebruiken daarom een grote hoeveelheid IP-adressen, die bovendien vaak worden gewijzigd. Als u het huidige bereik van de IP-adressen van Google wilt bekijken, controleert u de SPF-record van Google door de stappen te volgen in Google IP-adresbereiken voor uitgaande SMTP.

Stel uw e-mailserver en firewall zo in dat verkeer van poort 25 wordt geweigerd

We raden u aan uw e-mailserver en firewall zo te configureren dat verkeer via poort 25 wordt geweigerd, behalve verkeer van IP-adressen van Google. Hiermee voorkomt u spam, die soms kan worden veroorzaakt door rechtstreekse verbindingen met uw e-mailserver.

Als een kwaadwillende afzender uw e-mailserver vindt en rechtstreeks verbinding maakt met uw e-mailsysteem, kunnen mensen in uw organisatie worden geconfronteerd met spam, virussen en malware.

  • E-mailserver: ga naar E-mailserverspecifieke instructies hieronder voor de stappen om specifieke soorten e-mailservers te configureren.
  • Firewall: de instructies om uw firewall te configureren, verschillen per type firewall. Ga naar het Helpcentrum voor uw firewall en stel de firewall zo in dat e-mailverkeer van huidige Google IP-bereiken wordt toegestaan.

E-mailserverspecifieke instructies

Belangrijk: Google biedt geen support voor problemen met servers van derden. Als u uw e-mailserver instelt aan de hand van de instructies in dit artikel, raadpleegt u het Helpcentrum voor uw server of neemt u contact op met de serverleverancier.

U heeft de nieuwste Google IP-adresbereiken nodig voor de onderstaande stappen.

Microsoft Exchange 2013

Configureer het IP-adresbereik van Google door een ontvangstconnector te maken op de hubserver (u kunt ook een bestaande ontvangstconnector opnieuw configureren).

Volg deze stappen:

  1. Ga op het Exchange-dashboard naar E-mailstroomand thenOntvangstconnectors.
  2. Klik op Toevoegen + om een ontvangstconnector te maken.
  3. Voer een naam in voor de connector, zoals Google of Google Workspace.
  4. Klik op Hubtransport.
  5. Klik op Internet.
  6. Voeg de IP-adresbereiken van Google toe.
  7. Klik op Finish (Afronden).
Microsoft Exchange 2007/2010

Configureer voor Microsoft Exchange 2007/2010 het IP-adresbereik van Google door een ontvangstconnector te maken op de hubserver (of een bestaande ontvangstconnector opnieuw te configureren).

Volg deze stappen:

  1. Vouw in de Exchange Management Console Serverconfiguratie uit.
  2. Kies Hubtransport in de lijst met serverfuncties.
  3. Kies in het venster Details de juiste hubtransportserver.
  4. Klik in het venster Eigenschappen met de rechtermuisknop op het tabblad Ontvangstconnectors en kies Nieuwe ontvangstconnector.
  5. Voer een naam in voor de connector, zoals Google of Google Workspace, en klik op Volgende.
  6. Selecteer in Standaardeigenschappen het tabblad Machtigingsgroepen en vink het vakje aan voor Anonieme gebruikers. Opmerking: u ziet nu de pagina 'Lokale netwerkinstellingen'. Als u de IP-instellingen van de hubserver niet heeft aangepast, laat u de standaarden staan. Gebruik anders de instellingen de passen bij uw aanpassingen.
  7. Klik op Volgende om naar de pagina 'Externe netwerkinstellingen' te gaan.
  8. Klik op het standaardbereik en klik op Bewerken.
  9. Voer in het dialoogvenster 'Externe servers bewerken' de IP-adresbereiken van Google in.
  10. Klik op OK.
  11. Klik op Volgende om verder te gaan.
  12. Klik op Nieuwand thenVoltooien.
Microsoft Exchange 2003 en Small Business Server 2003

Configureer voor Microsoft Exchange 2003 en Small Business Server 2003 het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay.

Volg deze stappen:

  1. Klik in het menu Start op Programma's > Microsoft Exchangeand thenSystem Manager.
  2. Klik op Serversand then[Uw e-mailserver]and thenProtocolsand thenSMTP.
  3. Klik met de rechtermuisknop op Standaard virtuele SMTP-server en selecteer Eigenschappen.
  4. Selecteer het tabblad Toegang.
  5. Klik op Relay.
  6. Klik op Toevoegen om alle IP-adresbereiken van Google toe te voegen.
  7. Klik op OK om terug te gaan naar het tabblad Toegang.
  8. Klik op Verbinding. Als de lijst Verbinding is ingesteld als Alleen onderstaande lijst, voegt u hetzelfde IP-adresbereik toe als in de stap hierboven.
  9. Klik op OK om terug te gaan naar het tabblad Toegang.
  10. Klik op OK om het venster 'Eigenschappen van standaard virtuele SMTP-server' te sluiten.
  11. Stop de SMTP-services en start deze opnieuw op.
Microsoft Exchange 5.5

Configureer voor Microsoft Exchange 5.5 het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay.

Volg deze stappen:

  1. Klik in het menu Start op Programma'sand thenMicrosoft Exchangeand thenMicrosoft Exchange-beheerder.
  2. Klik op [Uw e-mailserver]and thenConfiguratieand thenVerbindingenand thenE-mailservice op internet.
  3. Klik met de rechtermuisknop op E-mailservice op internet en selecteer Eigenschappen.
  4. Klik op het tabblad Routing.
  5. Klik op Routingbeperkingen.
  6. Vink het vakje aan voor Hosts en clients met deze IP-adressen.
  7. Voeg de IP-adresbereiken van Google toe.
  8. Klik op OK om terug te gaan naar het tabblad Routing.
  9. Stop de Exchange-service en start deze opnieuw op.
IBM Lotus Domino

Configureer voor IBM Lotus Domino het IP-bereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay.

Volg deze stappen:

  1. Open Domino Administrator en klik op Beheer.
  2. Klik op het tabblad Configuratie.
  3. Klik op het pictogram naast Berichten en klik vervolgens op Configuraties.
  4. Dubbelklik op de naam van uw Domino-server.
  5. Klik bovenaan het venster op Serverconfiguratie bewerken.
  6. Selecteer het volgende:
    • Selecteer in de eerste rij het tabblad Router/SMTP.
    • Selecteer in de tweede rij het tabblad Restricties en bediening.
    • Selecteer in de derde rij het tabblad Bediening voor binnenkomende SMTP.
  7. Voer onder Toestaan dat alleen berichten van de volgende internethosts worden verzonden naar externe internetdomeinen de IP-adresbereiken van Google in.
  8. Voer onder Deze verbindingshosts uitsluiten van anti-relaycontroles hetzelfde IP-adresbereik in.
  9. Klik op Opslaanand thenSluiten om af te sluiten.
  10. Stop de SMTP-taak van Domino en start deze opnieuw om de wijzigingen door te voeren.
Novell Groupwise

Configureer voor Novell Groupwise het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay.

Volg deze stappen:

  1. Open de interface Groupwise ConsoleOne.
  2. Klik met de rechtermuisknop op het object Internet Agent en selecteer Eigenschappen.
  3. Klik op het tabblad Toegangscontrole.
  4. Klik op SMTP-relayinstellingen.
  5. Controleer in het gedeelte Standaard-SMTP-relay of de optie Berichten doorsturen voorkomen is geselecteerd.
  6. Klik in het gedeelte Uitzonderingen op Maken.
  7. Voer in het veld Van de IP-adresbereiken van Google in. Laat het veld Aan leeg om aan te geven dat elke ontvanger is toegestaan.
  8. Klik twee keer op OK om het dialoogvenster Eigenschappente sluiten.
Apple Macintosh OS X

Configureer voor Mac OS X-versie 10.6 en 10.5 als volgt het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay:

  1. Selecteer in de lijst Serverbeheer > Servers een computer en klik op E-mail.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Selecteer het tabblad Relay.
  4. Vink het vakje aan voor SMTP-relays alleen accepteren van deze hosts en netwerken.
  5. Klik op Toevoegen (+) om een ​​IP-adresbereik van Google toe te voegen (zie 'IP-adresbereik van Google').

Configureer voor Mac OS X versie 10.4 als volgt het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay:

  1. Klik in Serverbeheer op E-mail.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Klik op Relay en voeg de IP-adresbereiken van Google toe.

Configureer voor Mac OS X versie 10.3 als volgt het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay:

  1. Klik in Serverbeheer op E-mail.
  2. Klik op Instellingen.
  3. Klik op Filters en voeg de IP-adresbereiken van Google toe.
  4. Klik op Opslaan om Serverbeheer te sluiten.
Qmail

Ga als volgt te werk om het IP-adresbereik van Google te configureren zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay met qmail + tcpserver:

  1. Bewerk /etc/tcp.smtp zodat deze toestaat dat verkeer via de IP-adresbereiken van Google wordt doorgestuurd:

    IP-bereik:allow,RELAYCLIENT="":allow

    waarbij IP-bereik het betreffende IP-bereik is.
  2. Voer tcprules uit om toegestane hosts opnieuw te laden:

    > cd /etc
    > tcprules tcp.smtp.cdb tcp.smtp.temp < tcp.smtp

     
  3. Controleer of het bestand tcp.smtp.cdb wordt aangeroepen in het opstartscript van de e-mailserver.
  4. Start tcpserver opnieuw op zodat de nieuwe regels van kracht worden:

    /usr/local/bin/tcpserver -x/etc/tcp.smtp.cdb -R -H -c25 -u502 -g501 mailhost.domain.com smtp /var/qmail/bin/qmail-smtpd 2>&1

    (UID 502 en GID 501 kunnen verschillen, afhankelijk van de serverconfiguratie.)

Ga als volgt te werk om het IP-adresbereik van uitgaande services te configureren als vertrouwde relay met qmail + inetd + tcpd:

Controleer of de Qmail-regel in het bestand inetd.conf lijkt op het volgende:

smtp stream tcp nowait qmaild /usr/sbin/tcpd /var/qmail/bin/tcp-env /var/qmail/bin/qmail-smtpd

Zo ja, volg deze stappen:

  1. Bewerk /etc/hosts.allow zodat deze het IP-adresbereik van Google bevat (zie 'IP-bereik van Google').
  2. Sta geen andere IP-adressen toe.
Postfix

Configureer voor Postfix het IP-adresbereik van Google zodat dit wordt gezien als vertrouwde relay.

Volg deze stappen:

  1. Voeg de IP-adresbereiken van Google toe aan de parameter mynetworks van uw configuratiebestand (voorbeeldpad: /etc/postfix/main.cf). Als u de parameter mynetworks configureert, wordt de parameter mynetworks_style overschreven. Als de parameter mynetworks nog niet eerder is gebruikt, moet u wellicht uw eigen subnetwerken toevoegen.
  2. Start Postfix opnieuw door de volgende opdracht uit te voeren:

    # sudo postfix reload

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
4333048774485300003
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false