Apparaatbeheer wijzigen voordat u Google Workspace downgradet

Als beheerder kunt u zorgen dat gebruikers in uw organisatie productief kunnen blijven en kunnen blijven samenwerken als u hun Google Workspace-licentie overzet naar een licentie waarvoor geavanceerd mobiel beheer niet wordt ondersteund. Zorg dat gebruikers die hun apparaat hebben ingeschreven voor geavanceerd beheer niet de toegang tot hun werkgegevens kwijtraken op mobiele apparaten. Stel in dat mobiel beheer op basisniveau voor ze geldt.

Voordat u begint: Controleer of geavanceerd mobiel beheer is aangezet

Als uw organisatie geavanceerd mobiel beheer niet heeft aangezet, bent u klaar en hoeft u de instellingen niet te wijzigen voordat u downgradet. Ga als volgt te werk om te controleren of geavanceerd mobiel beheer is aangezet:

1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

   Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu  ApparatenMobiel en eindpuntenInstellingenUniverseel.
3. Klik op AlgemeenMobile Management.
4. Bekijk de opties voor Mobiel beheer voor elke organisatie-eenheid. Uw organisatie gebruikt geavanceerd mobiel beheer als een van deze opties is geselecteerd:
   • Geavanceerd
   • Aangepast, waarbij Android, iOS of Google Sync is ingesteld op Geavanceerd.

Als er geen opties voor mobiel beheer zijn ingesteld op Geavanceerd, bent u klaar en kunt u de volgende stappen overslaan.

Als uw organisatie geavanceerd mobiel beheer gebruikt, bekijkt u de volgende informatie en volgt u de stappen hieronder.

Als u downgradet zonder deze stappen uit te voeren, gebeurt het volgende:

• Sommige beheerdersinstellingen kunnen niet meer worden gewijzigd. U ziet mogelijk nog de geavanceerde instelling, maar de basis- of standaardoptie wordt toegepast op de apparaten van gebruikers.
• Als u voor iOS-apparaten heeft ingesteld dat bepaalde beheerde apps worden verwijderd van het apparaat als het beheerprofiel wordt verwijderd, worden deze apps verwijderd, zelfs als de gebruiker ze ook gebruikt met een persoonlijk account.
• Gebruikers moeten mogelijk de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat om eerder geblokkeerde systeem-apps te kunnen gebruiken, hun werkaccount te kunnen verwijderen of hun apparaat op afstand te kunnen wissen via Mijn apparaten.

U moet ook het volgende weten:

• Apparaten waarvoor geavanceerd mobiel beheer gold en die waren geblokkeerd of in afwachting waren van goedkeuring, worden automatisch goedgekeurd. Gebruikers kunnen meteen Google-apps voor het werk gebruiken op deze apparaten.
• Als u een Android EMM-provider van derden gebruikt of Google Sync gebruikt met iOS-apparaten, moeten gebruikers mogelijk nog steeds de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat.
• Apparaten blijven beheerd via de Google Device Policy-app of Android Device Policy totdat gebruikers de fabrieksinstellingen terugzetten of (voor Android-gebruikers) totdat ze hun werkprofiel verwijderen. Alleen beleid dat wordt ondersteund voor mobiel beheer op basisniveau wordt wel afgedwongen.

Stap 1. Bepaalde Android-instellingen terugzetten

Sla deze stap over als u geen Android-apparaten beheert.

We raden u aan de volgende instellingen te updaten. U kunt deze niet meer updaten nadat u bent overgeschakeld naar mobiel beheer op basisniveau:

1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

   Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu  ApparatenMobiel en eindpuntenInstellingenAndroid.
3. Ga naar AlgemeenApparaat wissen door gebruikers. Vink het selectievakje aan als u dit nog niet heeft gedaan. Anders kunnen gebruikers hun apparaat alleen wissen via Mijn apparaten (https://mydevices.google.com/) als ze de fabrieksinstellingen terugzetten op het apparaat.
4. Klik op Opslaan.
5. Ga in Android-instellingen naar Apps en delen van gegevensSysteem-apps. Verwijder alle apps uit de lijst met uitgezette apps. Anders kunnen gebruikers met apparaten alleen voor het werk deze systeem-apps niet gebruiken, tenzij ze de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat. Zelfs als u deze stap uitvoert, moeten sommige gebruikers mogelijk nog steeds de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat om systeem-apps te gebruiken die niet beschikbaar zijn in Google Play.
6. Klik op Opslaan.
7. Ga in Android-instellingen naar Gebruikers en accountsAccounts. Vink het vakje aan om gebruikers toe te staan accounts toe te voegen of te verwijderen, als dit nog niet is gebeurd. Anders kunnen gebruikers met apparaten alleen voor het werk geen accounts verwijderen. tenzij ze de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat.
8. Klik op Opslaan.

Stap 2. Beheerde iOS-apps updaten

Sla deze stap over als u geen iOS-apparaten of iOS-apps beheert.

Als u heeft ingesteld dat iOS-apps worden verwijderd als het configuratieprofiel wordt verwijderd, raden we u aan de app-instellingen te updaten zodat deze apps niet worden verwijderd.

1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

   Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu  AppsWeb- en mobiele apps.

3. (Optioneel) Als u veel apps beheert en alleen iOS-apps wilt zien, klikt u op Een filter toevoegenPlatform. Selecteer iOS en klik op Toepassen.
4. Klik op de app die u wilt bewerken.
5. Klik op Instellingen.
6. Als voor de app is ingesteld dat deze wordt verwijderd als het configuratieprofiel wordt verwijderd (ingesteld op Aan), zet u de instelling op Uit.
7. Klik op Opslaan.
8. Vraag uw gebruikers de apps die worden beheerd via de Google Device Policy-app te synchroniseren:
   1. Tik op Google Device Policy .
   2. Tik op Menu Apps.
   3. Tik bovenaan op Accepteren.

Als gebruikers de app-updates niet accepteren, worden de apps verwijderd van hun apparaat als u overschakelt naar mobiel beheer op basisniveau.

Stap 3. Overschakelen naar mobiel beheer op basisniveau

Schakel als u klaar bent over van geavanceerd mobiel beheer naar mobiel beheer op basisniveau:

1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

   Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu  ApparatenMobiel en eindpuntenInstellingenUniverseel.
3. Klik op AlgemeenMobile Management.
4. Kies Basis (aanbevolen). Opmerking: De andere optie, Mobiel beheer uitzetten, wordt afgeraden, omdat u dan apparaatbeveiliging helemaal niet meer kunt beheren via Google-eindpuntbeheer.
5. Klik op Opslaan.

Stap 4: Gebruikers moeten mogelijk de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat

Zelfs als u bovenstaande stappen heeft uitgevoerd, moeten gebruikers in de volgende situaties mogelijk nog steeds de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat:

• (Android) Als u een Android EMM-provider van derden gebruikt, hebben gebruikers geen toegang tot werkgegevens omdat de EMM niet juist is toegepast. Hoe u dit oplost, hangt af van hoe u apparaten wilt beheren:
  • Als u mobiel beheer op basisniveau wilt gebruiken, moet u de EMM-provider verwijderen of deactiveren.
  • Als u wilt dat gebruikers de EMM gebruiken, moeten ze de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat en de EMM-app van derden installeren.
• (iOS) Als u Google Sync gebruikt met iOS-apparaten en een standaard of sterk wachtwoord vereist, moeten gebruikers blijven voldoen aan die wachtwoordvereisten. Ze kunnen pas een basiswachtwoord (elke manier van schermvergrendeling) gebruiken als ze de fabrieksinstellingen terugzetten op hun apparaat.

_{Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.}